Einde inhoudsopgave
Wet op het financieel toezicht
Artikel 1:93h [Verstrekken vertrouwelijke gegevens aan Justitie]
Geldend
Geldend vanaf 10-09-2020
- Bronpublicatie:
22-04-2020, Stb. 2020, 151 (uitgifte: 25-05-2020, kamerstukken: 35238)
- Inwerkingtreding
10-09-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-09-2020, Stb. 2020, 320 (uitgifte: 09-09-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
De Nederlandsche Bank kan, in afwijking van artikel 1:89, eerste lid, vertrouwelijke gegevens of inlichtingen, met uitzondering van persoonsgegevens, verkregen bij de vervulling van de haar in deze wet opgedragen taak met betrekking tot de in artikel 3:267i opgenomen verplichtingen voor banken en andere betaaldienstverleners, verstrekken aan Onze Minister van Justitie en Veiligheid, voor zover de gegevens of inlichtingen naar het oordeel van de Nederlandsche Bank noodzakelijk zijn voor de vervulling van die taak en dienstig zijn voor de samenwerking op grond van artikel 1:49a.
2.
Onze Minister van Justitie en Veiligheid is verplicht tot geheimhouding van de op grond van het eerste lid ontvangen vertrouwelijke gegevens of inlichtingen.
3.
Artikel 1:93, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.