V-N 2018/53.11
Hoge Raad geeft voorkeur aan grammaticale interpretatie wettekst boven doel en strekking bij liquidatieverliesregeling
HR 28-09-2018, ECLI:NL:HR:2018:1791, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 september 2018
- Magistraten
Koopman, Van Loon, Van Kalmthout, Van Hilten, Faase
- Zaaknummer
16/05706
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS929684:1
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Deelnemingsvrijstelling
Vennootschapsbelasting / Fiscale eenheid
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1791, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑09‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑05‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:456, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 18‑05‑2017
- Wetingang
art. 3.25 Wet IB 2001; art. 8 lid 1, art. 13d lid 4 en art. 15aj Wet VPB 1969
Essentie
De Hoge Raad stelt het liquidatieverlies van X bv vast op € 94,2 mln. De Hoge Raad stelt daarbij het door X bv voor de aandelen D bv opgeofferde bedrag vast op € 119,1 mln. Vervolgens is de Hoge Raad het er echter niet mee eens dat doel en strekking van de liquidatieverliesregeling dienen te prevaleren boven een grammaticale interpretatie van de wettekst.
Samenvatting
Belanghebbende, X bv, is onderdeel van een internationaal concern dat actief is in de IT. X bv vormt een fiscale eenheid voor de VPB met D bv, E bv en F bv. De aandelen in J ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.