NJ 2015/219
Niet-ontvankelijkheid cassatieberoep tegen tussenarrest; art. 426 lid 4 jo. art. 401a Rv.
HR 24-04-2015, ECLI:NL:HR:2015:1139, m.nt. Redactionele aantekening
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
24 april 2015
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, A.H.T. Heisterkamp, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
14/05097
- Conclusie
A-G mr. P. Vlas
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS167758:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Internationaal privaatrecht (V)
Insolventierecht (V)
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:1139, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 24‑04‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:147, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑02‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑10‑2014
- Wetingang
Essentie
Niet-ontvankelijkheid cassatieberoep tegen tussenarrest; art. 426 lid 4 jo. art. 401a Rv.
De rechtbank heeft zich onbevoegd verklaard om van het faillissementsverzoek van verweerster kennis te nemen. Het hof heeft de uitspraak van de rechtbank vernietigd op de grond dat de Nederlandse rechter bevoegd is van dat faillissementsverzoek kennis te nemen en heeft de zaak teruggewezen naar de rechtbank teneinde op de hoofdzaak te beslissen. De uitspraak van het hof is een tussenuitspraak, nu het hof hiermee niet reeds door een uitdrukkelijk dictum omtrent enig deel van het verzochte een einde aan het geding ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.