NJB 2015/1911:Journalistieke exceptie art. 10 EVRM: bij de beoordeling van de strafbaarheid van het bewezenverklaarde (i.c. vervalsing KLM-personeelspas) dient bij een beroep op de journalistieke vrijheid van meningsuiting tot uitgangspunt te worden genomen dat de ernst van de inbreuk op de rechtsorde door overtreding van de strafrechtelijke norm, gelet op het belang van het geschonden voorschrift, moet worden afgewogen tegen het maatschappelijk belang van de door het bewezenverklaarde feit voorbereide journalistieke openbaarmaking, het daadwerkelijk nadeel dat door het bewezenverklaarde is ontstaan en de mate waarin de openbaarmaking daadwerkelijk op andere wijze had kunnen worden voorbereid. Hof kon i.c. oordelen dat het bewezenverklaarde strafbaar feit (medeplegen vervalsen KLM-personeelspas) op zichzelf (dus zonder de concrete omstandigheden van het geval in de beoordeling te betrekken) een ernstige inbreuk op de rechtsorde oplevert. Hof mocht i.c. onder meer ook in de toets betrekken dat de door de journalist beoogde openbaarmaking op een andere wijze had kunnen worden voorbereid dan door het gepleegde strafbare feit. Hof hoefde i.c. aan de stelling van de verdediging dat het de verdachte ging om het aantonen ‘dat de KLM-pas slecht beveiligd was’ geen doorslaggevende betekenis toe te kennen om als zelfstandig doel van het onderzoek aan te merken het tonen aan het publiek hoe eenvoudig deze pas te vervalsen is. A-G: anders. Voorop staat dat het recht op vrijheid van meningsuiting slechts in uitzonderlijke omstandigheden meebrengt dat een journalist ter uitoefening van dat recht een strafbaar feit mag plegen. Hof kon i.c. oordelen dat bij afweging van alle belangen de vervolging en strafbaarheid van het bewezenverklaarde geoorloofd is gelet op art. 10 EVRM en de bij deze afweging te hanteren maatstaven. A-G: anders. Chilling effect door straf? Hof was niet gehouden tot nadere motivering omdat het voorwaardelijke karakter van de opgelegde straf gedurende de proeftijd volgens de verdediging een ‘chilling effect’ zou hebben op de nieuwsgaring door de verdachte