Einde inhoudsopgave
Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940–1945
Artikel 14
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2013
- Redactionele toelichting
Goedgekeurd bij de wet van 15-11-2012, Stb. 574.
- Bronpublicatie:
02-08-2012, Stb. 2012, 361 (uitgifte: 08-08-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-07-2012, Stb. 2012, 329 (uitgifte: 18-07-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met art. I van de Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd (12-07-2012, Stb. 328).
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid ouderen / Bijzondere onderwerpen
1.
Het in artikel 13 bedoelde percentage bedraagt voor het burger-oorlogsslachtoffer dat de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, nog niet heeft bereikt:
- a.
80, indien het burger-oorlogsslachtoffer is gehuwd, tenzij het bepaalde onder b van toepassing is;
- b.
70, indien het burger-oorlogsslachtoffer is gehuwd en het inkomen van de echtgenoot, inkomsten uit vermogen daaronder niet begrepen, meer bedraagt dan 30% van het bedrag, bedoeld in artikel 10, achtste lid, onder b;
- c.
75, indien het burger-oorlogsslachtoffer niet is gehuwd en minderjarige kinderen te zijnen laste heeft;
- d.
70, indien het burger-oorlogsslachtoffer als alleenstaande moet worden aangemerkt.
2.
Het in artikel 13 bedoelde percentage bedraagt voor het burger-oorlogsslachtoffer met ingang van de dag waarop hij de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, heeft bereikt:
- a.
65, indien het burger-oorlogsslachtoffer is gehuwd, tenzij het bepaalde onder b van toepassing is;
- b.
55, indien het burger-oorlogsslachtoffer is gehuwd en het inkomen van de echtgenoot, inkomsten uit vermogen daaronder niet begrepen, meer bedraagt dan 30% van het bedrag, bedoeld in artikel 10, achtste lid, onder b;
- c.
60, indien het burger-oorlogsslachtoffer niet is gehuwd en minderjarige kinderen te zijnen laste heeft;
- d.
55, indien het burger-oorlogsslachtoffer als alleenstaande moet worden aangemerkt.
3.
Bij overlijden van de echtgenoot van het burger-oorlogsslachtoffer blijft het uitkeringspercentage ongewijzigd tot en met de laatste dag van de maand, volgende op die, waarin het overlijden heeft plaatsgevonden.