NJ 2015/426
Passeren aanbod getuigenbewijs in hoger beroep; specificatie-eis; eisen goede procesorde.
HR 09-10-2015, ECLI:NL:HR:2015:3009, m.nt. Redactionele aantekening (De Vreugd/Van Hemert Beheer)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
9 oktober 2015
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, C.A. Streefkerk, G. de Groot, V. van den Brink, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
14/04328
- Conclusie
A-G mr. L.A.D. Keus
- Noot
Red. Aant.
- Roepnaam
De Vreugd/Van Hemert Beheer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS124097:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:3009, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 09‑10‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:942, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑06‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑06‑2014
- Wetingang
Essentie
Passeren aanbod getuigenbewijs in hoger beroep; specificatie-eis; eisen goede procesorde.
Op grond van vaste rechtspraak is uitgangspunt dat, ingevolge art. 166 lid 1 Rv in verbinding met art. 353 lid 1 Rv, een partij in hoger beroep tot getuigenbewijs moet worden toegelaten indien zij voldoende specifiek bewijs aanbiedt van feiten die tot beslissing van de zaak kunnen leiden. Of een bewijsaanbod voldoende specifiek is, hangt af van de omstandigheden van het geval, waarbij de rechter, mede in verband met de eisen van een goede procesorde, zal moeten letten op de wijze waarop het processuele debat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.