FED 2014/36
Marketmaker is niet verplicht zijn posities in derivaten en onderliggende waarden te waarderen op de actuele waarde van deze vermogensbestanddelen
HR 21-03-2014, ECLI:NL:HR:2014:635, m.nt. R.P.C. Cornelisse (marketmaker-arrest)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 maart 2014
- Magistraten
Overgaauw, Lourens, Bavinck, Van Loon, Koopman
- Zaaknummer
12/02793
- Conclusie
A-G Wattel
- Noot
R.P.C. Cornelisse
- LJN
BZ5138
- Roepnaam
marketmaker-arrest
- JCDI
JCDI:ADS24049:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting (V)
Fiscaal bestuursrecht / Standpuntbepaling
Fiscaal bestuursrecht (V)
Vennootschapsbelasting (V)
Vennootschapsbelasting / Algemeen
Inkomstenbelasting / Winst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:635, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑03‑2014
Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑02‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑02‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:BZ5138, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑02‑2013
- Wetingang
Art. 3.25 Wet IB 2001
Essentie
Marketmaker is niet verplicht zijn posities in derivaten en onderliggende waarden te waarderen op de actuele waarde van deze vermogensbestanddelen
Uitspraak
Het geschil betreft de aanslag vennootschapsbelasting 2001.
OP HET BEROEP IN CASSATIE VAN BELANGHEBBENDE OVERWEEGT DE HOGE RAAD:
3.1.
In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.
3.1.1.
Belanghebbende is marketmaker. Zij is verplicht de beurshandel in opties te onderhouden. Uit dien hoofde neemt belanghebbende posities in derivaten en onderliggende waarden (hierna afzonderlijk en samen ook aangeduid als: effecten) in, in het bijzonder opties en aandelen. Daarnaast maakt belanghebbende gebruik van prijsverschillen tussen de diverse financiële markten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.