RvdW 2009, 533
Bewezenverklaring meineed onvoldoende gemotiveerd.
HR 07-04-2009, ECLI:NL:HR:2009:BH2787
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
7 april 2009
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, W.M.E. Thomassen, M.A. Loth
- Zaaknummer
S 07/12917
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
BH2787
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BH2787, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 07‑04‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BH2787, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑02‑2009
Essentie
Bewezenverklaring meineed onvoldoende gemotiveerd.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem van 29 juni 2007, nummer 21/001205-06, in de strafzaak tegen: [verdachte]. Adv. mr. Th.J. Kelder en mr. J.M. Sjöcrona, beiden te 's‑Gravenhage.
Voorgaande uitspraak
Hoge Raad:
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze hebben mr. Th.J. Kelder en mr. J.M. Sjöcrona, beiden advocaat te 's-Gravenhage, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd tot verwerping van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.