AB 2003, 16
Analoge toepassing art. 21a Beroepswet na intrekking verzoek om voorlopige voorziening door bestuursorgaan; mogelijke proceskostenvergoeding.
CRvB 11-01-2002, ECLI:NL:CRVB:2002:AD9836, m.nt. A.M.L. Jansen
- Instantie
Centrale Raad van Beroep
- Datum
11 januari 2002
- Magistraten
Van den Hurk
- Zaaknummer
01/4478NABW-VV
- Noot
A.M.L. Jansen
- LJN
AD9836
- JCDI
JCDI:ADS870141:1
- Vakgebied(en)
Bestuursprocesrecht / Hoger beroep
Onbekend (V)
Bestuursrecht algemeen (V)
Bestuursprocesrecht / Administratief beroep
Bestuursprocesrecht / Beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:CRVB:2002:AD9836, Uitspraak, Centrale Raad van Beroep, 11‑01‑2002
- Wetingang
AWB art. 8:75a; Beroepswet art. 21a
Essentie
Analoge toepassing art. 21a Beroepswet na intrekking verzoek om voorlopige voorziening door bestuursorgaan; mogelijke proceskostenvergoeding.
Samenvatting
De wetgever heeft voor het geval van intrekking van beroep en van een verzoek om een voorlopige voorziening hangende bezwaar of beroep in art. 8:75a Awb voorzien in de mogelijkheid van vergoeding van proceskosten. In art. 21a Beroepswet is in een dergelijke mogelijkheid eveneens voorzien in geval van intrekking van het hoger beroep door het bestuursorgaan. Kennelijk bij vergissing is niet voorzien in de mogelijkheid van vergoeding van proceskosten aan de gedaagde partij in het geval ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.