NJB 2016/157
Onvoldoende belang art. 80a RO: mede erop gelet dat het cassatiemiddel niet klaagt dat het hof ten onrechte geen toepassing heeft gegeven aan het lex mitior-beginsel, gaat de Hoge Raad voorbij aan de stelling dat het hof – gelet op dat beginsel – voor de feiten onder 1 en 2 afzonderlijke straffen in de vorm van geldboetes had moeten opleggen
HR 22-12-2015, ECLI:NL:HR:2015:3685
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 december 2015
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, E.S.G.N.A.I. van de Griend, E.F. Faase
- Zaaknummer
14/05344
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Materieel strafrecht / Sancties
Juridische beroepen / Rechter
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:3685, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑12‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:2118, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑09‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑12‑2014
- Wetingang
(RO art. 80a)
Essentie
Onvoldoende belang art. 80a RO: mede erop gelet dat het cassatiemiddel niet klaagt dat het hof ten onrechte geen toepassing heeft gegeven aan het lex mitior-beginsel, gaat de Hoge Raad voorbij aan de stelling dat het hof – gelet op dat beginsel – voor de feiten onder 1 en 2 afzonderlijke straffen in de vorm van geldboetes had moeten opleggen
Uitspraak
Hoge Raad, onder meer:
2. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
2.1.
Het Hof heeft de verdachte ter zake van 1. ‘feitelijke leiding geven aan het door een rechtspersoon opzettelijk een der in artikel 10 van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.