RFR 2020/93
Huwelijksvermogensrecht. Valt een sloopsubsidie voor een gemeenschappelijke onroerende zaak die is aangevraagd en toegekend na ontbinding huwelijk, in de te verdelen gemeenschap?
HR 17-04-2020, ECLI:NL:HR:2020:721
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
17 april 2020
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, C.E. du Perron, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
18/04958
- Conclusie
A-G mr. B.F. Assink
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS208685:1
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:721, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 17‑04‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:1360, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑11‑2019
- Wetingang
Art. 3:172, 3:178, 3:179 BW; art. 157 Fw
Essentie
Huwelijksvermogensrecht. Verdeling huwelijksgemeenschap. Akkoord in faillissement.
Moet een sloopsubsidie met betrekking tot een gemeenschappelijke onroerende zaak, welke subsidie is aangevraagd en toegekend na datum ontbinding, (alsnog) worden verdeeld? Is de vrouw gebonden aan een gehomologeerd faillissementsakkoord?
Samenvatting
Partijen waren gehuwd in gemeenschap van goederen. Hun huwelijk is in 1998 ontbonden door inschrijving van de echtscheiding en op die datum is ook de gemeenschap ontbonden. Tot de gemeenschap behoorden een aantal onroerende zaken, inclusief enkele varkensstallen. Over de verdeling van de gemeenschap hebben partijen diverse procedures gevoerd. In 2004 heeft het Hof ’s-Hertogenbosch een beslissing gegeven over de verdeling ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.