NJB 2024/259
Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg. Kosten van rechtsbijstand in cassatie. Hoge Raad: Een op last van de rechter voor een Wvggz-zaak verleende toevoeging kan niet op grond van art. 34g lid 1 Wrb met terugwerkende kracht worden ingetrokken. In cassatie hangt het ervan af of de toevoeging op aanvraag is verleend of is verleend aan een advocaat die een arrangement is aangegaan met de Raad voor Rechtsbijstand. Het oordeel van het hof dat betrokkene in dit geval recht heeft op een naar billijkheid vast te stellen schadevergoeding, met inachtneming van de dubbele redelijkheidstoets, geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting.
HR 19-01-2024, ECLI:NL:HR:2024:48
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
19 januari 2024
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, H.M. Wattendorff, F.J.P. Lock, S.J. Schaafsma, F.R. Salomons
- Zaaknummer
22/03972
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2024:48, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 19‑01‑2024
ECLI:NL:PHR:2023:504, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 12‑05‑2023
Beroepschrift, Hoge Raad, 25‑10‑2022
- Wetingang
Essentie
Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg. Kosten van rechtsbijstand in cassatie. Hoge Raad: Een op last van de rechter voor een Wvggz-zaak verleende toevoeging kan niet op grond van art. 34g lid 1 Wrb met terugwerkende kracht worden ingetrokken. In cassatie hangt het ervan af of de toevoeging op aanvraag is verleend of is verleend aan een advocaat die een arrangement is aangegaan met de Raad voor Rechtsbijstand. Het oordeel van het hof dat betrokkene in dit geval recht heeft op een naar billijkheid vast te stellen schadevergoeding, met inachtneming van de dubbele redelijkheidstoets, geeft geen blijk van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.