RF 2019/86
Biedt schade op een Nederlandse beleggingsrekening voldoende aanknopingspunten om Nederland als ‘Erfolgsort’ te kwalificeren?
HR 14-06-2019, ECLI:NL:HR:2019:925
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
14 juni 2019
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.H.T. Heisterkamp, T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
18/00524
- Conclusie
A-G mr. P. Vlas
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS141539:1
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1400, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 20‑09‑2019
ECLI:NL:HR:2019:925, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 14‑06‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:115, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑02‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑02‑2018
- Wetingang
Art. 7 aanhef en punt 2 Verordening Brussel I-bis (nr. 1215/2012); art. 3:305a BW
Essentie
IPR. Internationale bevoegdheid. ‘Erfolgsort’.
Biedt schade op een beleggingsrekening in Nederland of op een beleggingsrekening van een in Nederland gevestigde bank voldoende aanknopingspunten voor internationale bevoegdheid van de Nederlandse rechter uit hoofde van de plaats van het intreden van de schade (‘Erfolgsort’)? (Deepwater Horizon)
Samenvatting
Dit arrest vloeit voort uit de gebeurtenissen rond de explosie in 2010 op de Deepwater Horizon, een boorplatform dat olie boorde in de golf van Mexico voor BP. In 2015 heeft de VEB op grond van art. 3:305a BW bij de Rechtbank Amsterdam een collectieve actie ingesteld jegens BP ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.