VR 2020/80
Cassatie in het belang der wet. Toekenning van proceskostenvergoeding in WAHV-zaken.
HR 07-04-2020, ECLI:NL:HR:2020:563, m.nt. J.B.H.M. Simmelink
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
7 april 2020
- Magistraten
mrs. Van Schendel, Buruma, Boerlage; A-G Harteveld
- Zaaknummer
19/03614
- Noot
J.B.H.M. Simmelink
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS200108:1
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Verkeersstrafrecht
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:563, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 07‑04‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:1201, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑11‑2019
- Wetingang
Essentie
Cassatie in het belang der wet. Toekenning van proceskostenvergoeding in WAHV-zaken.
Samenvatting
Het hof (zie VR 2019/185) heeft als criterium geformuleerd - waarbij het aansluiting heeft gezocht bij de regeling van de vergoeding van kosten op grond van artikel 591a Sv - dat de vraag of een betrokkene in het gelijk is gesteld, alleen bevestigend is te beantwoorden als de inleidende beschikking is vernietigd. Deze maatstaf is in zijn algemeenheid niet juist, omdat daaronder ook situaties kunnen worden gebracht waarin de betrokkene materieel wel geheel of gedeeltelijk in het gelijk is gesteld en de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.