Einde inhoudsopgave
Algemeen verdrag tussen Nederland en Frankrijk inzake de sociale zekerheid
Artikel 17
Geldend
Geldend vanaf 01-11-1951
- Bronpublicatie:
07-01-1950, Stb. 1951, 101 (uitgifte: 15-05-1951, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-11-1951
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-1951, Trb. 1951, 156 (uitgifte: 20-12-1951, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationale sociale zekerheid / Algemeen
1.
Iedere verzekerde kan op het tijdstip, waarop zijn aanspraak op een rente ontstaat, afzien van de voordelen, welke de artikelen 9 en 14 van dit verdrag hem bieden. De voordelen, waarop hij aanspraak kan doen gelden krachtens de wetgevingen van elk der landen, zullen dan afzonderlijk worden vastgesteld door de betrokken organen, onafhankelijk van de verzekeringstijdvakken of de daarmede gelijkgestelde tijdvakken, welke vervuld zijn in het andere land.
2.
De verzekerde is bevoegd opnieuw een keuze te doen tussen de voordelen van artikel 14 en die van dit artikel, wanneer hij daar belang bij heeft, hetzij tengevolge van een wijziging in de wetgeving van een der beide landen, hetzij in verband met zijn verhuizing van het ene naar het andere land, hetzij in het geval, bedoeld in artikel 15, op het tijdstip, waarop hij een nieuw recht op een rente verkrijgt krachtens een der op hem van toepassing zijnde wetgevingen.