Einde inhoudsopgave
Besluit vervoer splijtstoffen, ertsen en radioactieve stoffen
Artikel 14
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2017
- Bronpublicatie:
19-05-2017, Stb. 2017, 233 (uitgifte: 13-06-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-08-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-07-2017, Stb. 2017, 312 (uitgifte: 19-07-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Bijzondere onderwerpen
Milieurecht / Straling
Energierecht (V)
1.
Ten aanzien van het vervoeren van splijtstoffen of ertsen naar en van zee of over zee zijn de artikelen 7 en 8, eerste, tweede en derde lid, van overeenkomstige toepassing met dien verstande dat:
- a.
telkens in plaats van ‘VSG’ wordt gelezen: de International Maritime Dangerous Goods Code, bedoeld in hoofdstuk VII, deel A-1, van het op 1 november 1974 te Londen totstandgekomen Verdrag voor de beveiliging van mensenlevens op zee (Trb. 1976, 157) en de bij dat verdrag behorende bindende protocollen, aanhangsels en bijlagen;
- b.
voor de toepassing van de International Maritime Dangerous Goods Code voor Nederland de Autoriteit als bevoegde autoriteit wordt aangemerkt;
- c.
in plaats van een ingevolge de International Maritime Dangerous Goods Code voor het model van verpakkingen vereiste goedkeuring door de bevoegde autoriteiten van een of meer daarbij aangewezen landen is vereist een zodanige goedkeuring, welke is verleend:
- 1°
hetzij door de Autoriteit,
- 2°
hetzij door de bevoegde autoriteit van een ander land, dat met overeenkomstige toepassing van artikel 3, tweede lid, is aangewezen en dat bij het vervoer betrokken is of waar het model is ontworpen;
- d.
voor vervoer als bedoeld in artikel 13 met een schip onder Nederlandse vlag het bepaalde met betrekking tot de goedkeuring van de zending door de voor Nederland bevoegde autoriteit niet geldt;
- e.
voor vervoer als bedoeld in artikel 13 met een schip onder vreemde vlag het bepaalde met betrekking tot de goedkeuring van de zending en van het model van de verpakking door de voor Nederland bevoegde autoriteit niet geldt.
2.
Ten aanzien van het vervoeren van splijtstoffen of ertsen over de binnenwateren, anders dan van en naar zee, en het voorhanden hebben van genoemde stoffen bij opslag in verband met zodanig vervoer zijn de artikelen 7 en 8, eerste, tweede en derde lid, van overeenkomstige toepassing, met dien verstande, dat telkens in plaats van ‘VSG’ wordt gelezen: VBG.