Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2022/1925 over betwistbare en eerlijke markten in de digitale sector, en tot wijziging van Richtlijnen (EU) 2019/1937 en (EU) 2020/1828 (digitalemarktenverordening)
Artikel 22 Bevoegdheid tot het horen en het afnemen van verklaringen
Geldend
Geldend vanaf 01-11-2022
- Bronpublicatie:
14-09-2022, PbEU 2022, L 265 (uitgifte: 12-10-2022, regelingnummer: 2022/1925)
- Inwerkingtreding
01-11-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-09-2022, PbEU 2022, L 265 (uitgifte: 12-10-2022, regelingnummer: 2022/1925)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Marktintegratie
Vermogensrecht / Europees vermogensrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Informatierecht / ICT-recht
1.
Ter vervulling van haar taken uit hoofde van deze verordening kan de Commissie alle natuurlijke personen en rechtspersonen die daarmee instemmen horen met het oog op het verzamelen van informatie met betrekking tot het voorwerp van een onderzoek. De Commissie heeft het recht dergelijke verhoren met technische middelen op te nemen.
2.
Indien een verhoor op grond van lid 1 van dit artikel wordt gevoerd in de gebouwen van een onderneming, geeft de Commissie daarvan kennis aan de nationale bevoegde autoriteit die de in artikel 1, lid 6, bedoelde regels handhaaft in de lidstaat op het grondgebied waarvan het verhoor plaatsvindt. Indien die bevoegde autoriteit daarom verzoekt, mogen functionarissen van die autoriteit de functionarissen en andere begeleidende personen die door de Commissie zijn gemachtigd om het verhoor te voeren, bijstaan.