Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2018/1672 betreffende de controle van liquide middelen die de Unie binnenkomen of verlaten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1889/2005
Artikel 7 Tijdelijke inbewaringneming van liquide middelen door bevoegde autoriteiten
Geldend
Geldend vanaf 02-12-2018
- Bronpublicatie:
23-10-2018, PbEU 2018, L 284 (uitgifte: 12-11-2018, regelingnummer: 2018/1672)
- Inwerkingtreding
02-12-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-10-2018, PbEU 2018, L 284 (uitgifte: 12-11-2018, regelingnummer: 2018/1672)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Europees financieel recht
Douane (V)
1.
De bevoegde autoriteiten kunnen bij bestuurlijk besluit overeenkomstig de in het nationale recht vastgestelde voorwaarden liquide middelen tijdelijk in bewaring nemen wanneer:
- a)
- b)
er aanwijzingen zijn dat de liquide middelen, ongeacht het bedrag, verband houden met criminele activiteiten.
2.
Het in lid 1 bedoelde bestuurlijk besluit maakt het voorwerp uit van een doeltreffende voorziening in rechte overeenkomstig procedures van het nationale recht. De bevoegde autoriteiten delen de motivering van het bestuurlijke besluit mee aan:
- a)
- b)
de persoon die de informatie overeenkomstig artikel 6, lid 1 of lid 2, moet verstrekken.
3.
De termijn van tijdelijke inbewaringneming is krachtens het nationaal recht strikt beperkt tot de tijd die de bevoegde autoriteiten nodig hebben om na te gaan of de omstandigheden van de zaak een langere inbewaringneming rechtvaardigen. De termijn van tijdelijke inbewaringneming mag niet meer bedragen dan dertig dagen. Nadat de bevoegde autoriteiten een grondige beoordeling hebben uitgevoerd van de noodzaak en evenredigheid van een verdere tijdelijke inbewaringneming, kunnen zij beslissen om de termijn van tijdelijke inbewaringneming te verlengen tot een duur van maximaal negentig dagen.
Indien er binnen die termijn geen besluit met betrekking tot de langere inbewaringneming van de liquide middelen wordt genomen of indien wordt besloten dat de omstandigheden van de zaak geen langere inbewaringneming rechtvaardigen, worden de liquide middelen onmiddellijk vrijgegeven aan:
- a)
- b)
de persoon van wie de liquide middelen tijdelijk in bewaring zijn genomen in de in artikel 6, lid 1, of artikel 6, lid 2, genoemde situaties.