Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2018/1672 betreffende de controle van liquide middelen die de Unie binnenkomen of verlaten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1889/2005
Artikel 13 Bescherming van persoonsgegevens en bewaartermijnen
Geldend
Geldend vanaf 02-12-2018
- Bronpublicatie:
23-10-2018, PbEU 2018, L 284 (uitgifte: 12-11-2018, regelingnummer: 2018/1672)
- Inwerkingtreding
02-12-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-10-2018, PbEU 2018, L 284 (uitgifte: 12-11-2018, regelingnummer: 2018/1672)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Europees financieel recht
Douane (V)
1.
De bevoegde autoriteiten treden op als verantwoordelijken voor de verwerking van de persoonsgegevens die zij door de toepassing van artikel 3, artikel 4, artikel 5, lid 3, en artikel 6 verkrijgen.
2.
De verwerking van persoonsgegevens op basis van deze verordening geschiedt uitsluitend met het oog op de voorkoming en de bestrijding van criminele activiteiten.
3.
De door de toepassing van artikel 3, artikel 4, artikel 5, lid 3, en artikel 6 verkregen persoonsgegevens zijn uitsluitend toegankelijk voor naar behoren gemachtigde personeelsleden van de bevoegde autoriteiten en worden op passende wijze beschermd tegen ongeoorloofde toegang of doorgifte. Tenzij anders is bepaald in de artikelen 9, 10 en 11, mogen de gegevens niet openbaar worden gemaakt of worden doorgegeven zonder de uitdrukkelijke toestemming van de bevoegde autoriteit die ze oorspronkelijk heeft verkregen. Deze toestemming is evenwel niet vereist wanneer de bevoegde autoriteiten er overeenkomstig het in de betrokken lidstaat geldende nationale recht, met name met betrekking tot gerechtelijke procedures, toe gehouden zijn deze gegevens openbaar te maken of door te geven.
4.
De bevoegde autoriteiten en de FIE slaan door de toepassing van artikel 3, artikel 4, artikel 5, lid 3, en artikel 6 verkregen persoonsgegevens op gedurende een termijn van vijf jaar vanaf de datum waarop de gegevens werden verkregen. Bij afloop van deze termijn worden deze persoonsgegevens gewist.
5.
De bewaartermijn kan eenmalig worden verlengd met een bijkomende periode van maximaal drie jaar, indien
- a)
de FIE beslist dat verdere bewaring nodig is, nadat zij een grondige beoordeling heeft verricht van de noodzaak en evenredigheid van die verdere bewaring en heeft besloten dat die gerechtvaardigd is voor het vervullen van haar taken met betrekking tot de strijd tegen witwassen en terrorismefinanciering, of
- b)
indien de bevoegde autoriteiten beslissen dat verdere bewaring vereist is, nadat zij een grondige beoordeling hebben verricht van de noodzaak en evenredigheid van die verdere bewaring en hebben besloten dat die gerechtvaardigd is voor het vervullen van hun taken met betrekking tot het verschaffen van effectieve controlemiddelen inzake de verplichting tot aangifte van begeleide liquide middelen of de verplichting tot kennisgeving van onbegeleide liquide middelen.