Prg. 2020/305
Processuele zelfstandigheid. Als een gedaagde verzet instelt tegen een verstekvonnis, geldt dat enkel tussen hem en de oorspronkelijke eiser en blijven andere gedaagden buiten schot die niet tegen het verstekvonnis in verzet zijn opgekomen. Dit is van openbare orde.
HR 02-10-2020, ECLI:NL:HR:2020:1546
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
2 oktober 2020
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
19/01289
- Conclusie
A-G mr. P. Vlas
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS247672:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1546, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 02‑10‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:292, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑03‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 11‑03‑2019
- Wetingang
Essentie
Procesrecht. Werkt door gedaagde 1 ingestelde verzet tegen verstekvonnis ook door in verhouding tussen oorspronkelijke eiser en bij verstek veroordeelde gedaagden 2 en 3?
Nee. Door verzet wordt met verstekvonnis geëindigde instantie heropend en voortgezet, uitsluitend tussen oorspronkelijke eiser en gedaagde die verzet heeft ingesteld.
Samenvatting
ACT heeft Youngray, WG en Rabobank in kort geding gedagvaard en afgifte van beslagen documenten gevorderd. Gedaagden zijn niet verschenen en bij verstek zijn de vorderingen toegewezen. Enkel Youngray is daartegen in verzet gekomen. In dat eindvonnis is dit verzet gegrond verklaard, waarbij deze vernietiging ook geldt jegens WG en Rabobank. ACT ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.