NJ 2022/294
Doorzoeking van auto. HR zet juridisch kader uiteen over het verrichten van onderzoekshandelingen op grond van toestemming.
HR 07-06-2022, ECLI:NL:HR:2022:825, m.nt. N. Jörg
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
7 juni 2022
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, A.L.J. van Strien, M.J. Borgers, M. Kuijer, T. Kooijmans
- Zaaknummer
21/01415
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Noot
N. Jörg
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS668629:1
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Wapens en munitie
Strafprocesrecht / Voorfase
Politierecht / Bevoegdheden
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:825, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 07‑06‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:329, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑04‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑09‑2021
- Wetingang
Essentie
Doorzoeking van auto verricht op grond van rechtsgeldige toestemming verdachte? HR zet juridisch kader uiteen over het verrichten van onderzoekshandelingen op grond van toestemming.
Samenvatting
De Hoge Raad zet uiteen dat toestemming vrijwillig en ondubbelzinnig moet worden verleend door de betrokkene, die daartoe voldoende geïnformeerd moet zijn. Uit de rechtspraak van het EHRM over artikel 8 EVRM kan niet worden afgeleid dat van ‘informed consent’ slechts sprake kan zijn als de opsporingsambtenaar de betrokkene expliciet heeft gewezen op de mogelijkheid om de toestemming te weigeren en op de mogelijke gevolgen van het verlenen dan wel weigeren ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.