BNB 2020/9
Gevoegde zaken N Luxembourg 1 e.a. Interestbetalingen tussen vennootschappen in verschillende lidstaten. Verplichting om richtlijnmisbruik te bestrijden. Uiteindelijk gerechtigde
HvJ EU 26-02-2019, ECLI:EU:C:2019:134, m.nt. S.C.W. Douma (N Luxembourg 1)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
26 februari 2019
- Magistraten
Lenaerts, Bonichot, Arabadjiev, Von Danwitz, Toader, Biltgen, Rosas, Ilešič, Bay Larsen, Safjan, Fernlund, Vajda, Rodin
- Zaaknummer
C-115/16
C-118/16
C-119/16
C-299/16
- Conclusie
A-G Kokott
- Noot
S.C.W. Douma
- Roepnaam
N Luxembourg 1
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS175934:1
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Richtlijnen EU
Internationaal belastingrecht / Anti-misbruik
Europees belastingrecht / Belastingen EU
Dividendbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2019:134, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 26‑02‑2019
ECLI:EU:C:2018:143, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Unie, 01‑03‑2018
- Wetingang
Essentie
Gevoegde zaken N Luxembourg 1 e.a. Interestbetalingen tussen vennootschappen in verschillende lidstaten. Verplichting om richtlijnmisbruik te bestrijden. Uiteindelijk gerechtigde
Samenvatting
Enkele in Denemarken gevestigde vennootschappen betalen interest aan vennootschappen die gevestigd zijn in andere EU-lidstaten (EU-tussenhoudsters), die op hun beurt gehouden worden door aandeelhouders die buiten de EU zijn gevestigd. Deze derdeland-aandeelhouders hebben leningen verstrekt aan de EU-tussenhoudsters, die zij hebben doorgeleend aan de Deense vennootschappen. De Deense belastingdienst weigert de Deense vennootschappen vrij te stellen van de inhouding van Deense vennootschapsbelasting over de interestbetalingen op die leningen, op grond dat de EU-tussenhoudsters niet de uiteindelijk gerechtigden tot ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.