RvdW 2021/341
Ontvankelijkheid cassatieberoep. Schriftelijke bijzondere volmacht tot instellen cassatieberoep in ongerede geraakt. Dit strekt niet ten nadele van verdachte.
HR 16-03-2021, ECLI:NL:HR:2021:368
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
16 maart 2021
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, A.L.J. van Strien, A.E.M. Röttgering, C. Caminada
- Zaaknummer
19/00453 P
- Conclusie
A-G mr. F.W. Bleichrodt
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Materieel strafrecht / Sancties
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1085, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 06‑07‑2021
ECLI:NL:HR:2021:368, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 16‑03‑2021
ECLI:NL:PHR:2020:1275, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑12‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑11‑2019
- Wetingang
Essentie
Ontvankelijkheid cassatieberoep. De schriftelijke bijzondere volmacht tot het instellen van cassatieberoep is in het ongerede geraakt. Dat strekt in deze zaak niet ten nadele van de verdachte.
Samenvatting
De vraag ligt voor of de verdachte ontvankelijk is in het cassatieberoep.
Een door de verdachte of betrokkene bepaaldelijk gevolmachtigde advocaat kan op de wijze van art. 450 lid 3 Sv beroep in cassatie instellen door middel van het verlenen van een daartoe strekkende schriftelijke bijzondere volmacht aan een griffiemedewerker. Een e-mailbericht is niet zo een schriftelijke volmacht. Een als bijlage bij een e-mail gevoegde brief, inhoudende ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.