NJ 2017/409
Onrechtmatige daad gemeente door ‘wegbestemmen’ woning in een bestemmingsplan?; ook sprake van wegbestemmen bij bestaand legaal gebruik?
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
6 oktober 2017
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, M.V. Polak, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
16/02508
- Conclusie
A-G mr. L.A.D. Keus
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS110904:1
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht / Procedure bestemmingsplan
Ruimtelijk bestuursrecht / Ruimtelijke ordening
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:2563, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 06‑10‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:655, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑06‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑04‑2016
- Wetingang
Art. 6:162 BW; art. 49 WRO (oud)
Essentie
Onrechtmatige daad gemeente door ‘wegbestemmen’ woning in een bestemmingsplan?; ook sprake van wegbestemmen bij bestaand legaal gebruik? Het niet positief bestemmen van een bestaand legaal gebruik moet aangemerkt worden als ‘wegbestemmen’ (vgl. Kamerstukken II 2014/15, 33962, 12, p. 166, waar in het kader van de Omgevingswet het intrekken van een bestaande legale functie aldus wordt aangeduid dat die functie is ‘wegbestemd’). Van ‘wegbestemmen’ is niet slechts sprake indien het vigerende bestemmingsplan uitdrukkelijk in een bepaald gebruik voorziet en dat gebruik in planologische zin mogelijk maakt en de bestemmingsplanherziening tot intrekking daarvan leidt. Aan het vorenstaande doet niet ...