Einde inhoudsopgave
Nederlands standaardverdrag 1987
Artikel 6 Inkomsten uit onroerende goederen
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1988
- Bronpublicatie:
03-12-1987, Kamerstukken 1987, 20365 (uitgifte: 03-12-1987, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-1988
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-12-1987, Kamerstukken 1987, 20365 (uitgifte: 03-12-1987, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting (V)
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
1.
Inkomsten verkregen door een inwoner van een van de Staten uit onroerende goederen (daaronder begrepen voordelen uit landbouw- of bosbedrijven) die in de andere Staat zijn gelegen mogen in die andere Staat worden belast.
2.
De uitdrukking ‘onroerende goederen’ heeft de betekenis welke die uitdrukking heeft volgens de wetgeving van de Staat waar de desbetreffende goederen zijn gelegen. De uitdrukking omvat in ieder geval de goederen die bij de onroerende goederen behoren, levende en dode have van landbouw- en bosbedrijven, rechten waarop de bepalingen van het privaatrecht betreffende de grondeigendom van toepassing zijn, vruchtgebruik van onroerende goederen en rechten op veranderlijke of vaste vergoedingen ter zake van de exploitatie, of concessie tot exploitatie, van minerale aardlagen, bronnen en andere natuurlijke rijkdommen; schepen en luchtvaartuigen worden niet als onroerende goederen beschouwd.
3.
Het bepaalde in het eerste lid is van toepassing op de inkomsten verkregen uit de rechtstreekse exploitatie, uit het verhuren of verpachten, of uit elke andere vorm van exploitatie van onroerende goederen.
4.
De bepalingen van het eerste en derde lid zijn ook van toepassing op inkomsten uit onroerende goederen van een onderneming en op inkomsten uit onroerende goederen gebezigd voor het verrichten van zelfstandige arbeid.