NJB 2011, 932
Na een brief van de griffier aan de betrokkene waarin deze de gang van zaken betreffende het hoger beroep in de ontnemingszaak toelicht met onder meer het voorlopig voornemen van het hof eerst een schriftelijke behandeling te laten plaatsvinden, stond vast dat de inhoudelijke behandeling ter terechtzitting pas later en voor het eerst zou plaatsvinden en kon de betrokkene zijn bezwaren tegen het vonnis nog op die zitting mondeling aanvoeren.
HR 05-04-2011, ECLI:NL:HR:2011:BP4588
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
5 april 2011
- Magistraten
Mrs. Van Dorst, De Hullu en Sterk
- Zaaknummer
09/03660
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
BP4588
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Materieel strafrecht / Sancties
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BP4588, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 05‑04‑2011
- Wetingang
Essentie
Na een brief van de griffier aan de betrokkene waarin deze de gang van zaken betreffende het hoger beroep in de ontnemingszaak toelicht met onder meer het voorlopig voornemen van het hof eerst een schriftelijke behandeling te laten plaatsvinden, stond vast dat de inhoudelijke behandeling ter terechtzitting pas later en voor het eerst zou plaatsvinden en kon de betrokkene zijn bezwaren tegen het vonnis nog op die zitting mondeling aanvoeren.
Uitspraak
Ontnemingszaak
Het hof heeft de betrokkene niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep, daartoe overwegend:
De veroordeelde heeft niet binnen veertien dagen na het instellen van het hoger ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.