NJ 2015/237
Dadelijke uitvoerbaarheid bijzondere voorwaarden ontoereikend gemotiveerd.
HR 10-03-2015, ECLI:NL:HR:2015:531, m.nt. F. Vellinga-Schootstra
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 maart 2015
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, V. van den Brink
- Zaaknummer
13/02525
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Noot
F. Vellinga-Schootstra
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS167765:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:531, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑03‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:165, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑02‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑04‑2014
- Wetingang
Essentie
Nu de dadelijke uitvoerbaarheid van bijzondere voorwaarden bij een (deels) voorwaardelijke straf voor de veroordeelde verstrekkende gevolgen kan hebben, zal de rechter in de motivering van zijn bevel tot dadelijke uitvoerbaarheid ervan blijk dienen te geven zich ervan te hebben vergewist dat aan de in art. 77za Sr gestelde voorwaarden is voldaan, meer in het bijzonder waarom ernstig rekening ermee moet worden gehouden dat de verdachte wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. De motivering ‘dat de verdachte behoefte heeft aan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.