NJB 2011, 533:De proeftijd van twee jaren opgelegd bij het arrest van het hof van 17 juni 2004 werd bij het arrest van dat hof van 29 oktober 2008 met een jaar verlengd. Het (vermoedelijk) einde van de proeftijd was bepaald op 2 juli 2006. Als ook het vermoeden wordt meegerekend, is toch ‘in ieder geval’ de proeftijd meer dan twee jaar na het vermoedelijk einde van de proeftijd, geëindigd