NJB 2011, 593
Niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep omdat wel een appelschriftuur is ingediend door de raadsman die echter niet heeft verklaard tot het indienen daarvan bepaaldelijk gevolmachtigd te zijn. De voorzitter van het hof had de wel verschenen raadsman ter zitting daarnaar had moeten vragen
HR 22-02-2011, ECLI:NL:HR:2011:BN9223
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 februari 2011
- Magistraten
Mrs. Koster, De Savornin Lohman, Ilsink, Thomassen en Splinter-van Kan
- Zaaknummer
09/01740
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
BN9223
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BN9223, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑02‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BN9223, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑09‑2010
- Wetingang
Essentie
Niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep omdat wel een appelschriftuur is ingediend door de raadsman die echter niet heeft verklaard tot het indienen daarvan bepaaldelijk gevolmachtigd te zijn. De voorzitter van het hof had de wel verschenen raadsman ter zitting daarnaar had moeten vragen
Uitspraak
Het hof heeft bij arrest van 1 mei 2009 de verdachte bij verstek niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank waarbij hij wegens mishandeling en diefstal door de politierechter werd veroordeeld tot een werkstraf van tachtig uren. Het hof had overwogen:
Namens de verdachte is op 19 augustus ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.