NJB 2014/1859
Schending redelijke termijn in ontnemingsprocedure: in casu kan niet worden volstaan met het oordeel dat de enkele constatering van die overschrijding het passende rechtsgevolg is voor die overschrijding; Hoge Raad vermindert het te betalen bedrag
HR 30-09-2014, ECLI:NL:HR:2014:2849
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
30 september 2014
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, N. Jörg, V. van den Brink
- Zaaknummer
13/04447
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:2849, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 30‑09‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:1694, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑06‑2014
- Wetingang
(EVRM art. 6)
Essentie
Schending redelijke termijn in ontnemingsprocedure: in casu kan niet worden volstaan met het oordeel dat de enkele constatering van die overschrijding het passende rechtsgevolg is voor die overschrijding; Hoge Raad vermindert het te betalen bedrag
Uitspraak
Inleiding:
Ontnemingsprocedure. Uit de stukken van het geding kan het volgende worden afgeleid. De ontnemingsvordering dateert van 10 november 2005. De rechtbank heeft bij vonnis van 2 februari 2007 op de vordering beslist. Tegen dit vonnis is namens de betrokkene op 15 februari 2007 hoger beroep ingesteld. Vervolgens heeft het tot 9 september 2013, ongeveer zes jaar en zeven maanden later, geduurd ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.