NJB 2020/502
Gebruikmaking van tolk die niet is ingeschreven in het Register beëdigde tolken en vertalers: met de overweging dat van deze tolk gebruik is gemaakt omdat een in dat register ingeschreven tolk niet, althans niet tijdig, beschikbaar was, heeft het hof toereikend de redenen vastgelegd als bedoeld in artikel 28 lid 4 Wet beëdigde tolken en vertalers
HR 11-02-2020, ECLI:NL:HR:2020:222
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11 februari 2020
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma en M.J. Borgers
- Zaaknummer
18/03411
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:222, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑02‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:1449, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑12‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑03‑2019
- Wetingang
(art. 28 Wet beëdigde tolken en vertalers)
Essentie
Gebruikmaking van tolk die niet is ingeschreven in het Register beëdigde tolken en vertalers: met de overweging dat van deze tolk gebruik is gemaakt omdat een in dat register ingeschreven tolk niet, althans niet tijdig, beschikbaar was, heeft het hof toereikend de redenen vastgelegd als bedoeld in artikel 28 lid 4 Wet beëdigde tolken en vertalers
Uitspraak
Inleiding:
Het middel klaagt dat het hof niet toereikend de redenen als bedoeld in artikel 28 lid 4 Wet beëdigde tolken en vertalers heeft vastgelegd voor het gebruikmaken van een tolk die niet is ingeschreven in het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.