Einde inhoudsopgave
Europees Verdrag betreffende de sociale zekerheid van arbeiders werkzaam bij het internationaal vervoer
Artikel 15
Geldend
Geldend vanaf 01-10-1958
- Bronpublicatie:
09-07-1956, Trb. 1957, 111 (uitgifte: 08-08-1957, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-10-1958
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-09-1958, Trb. 1958, 121 (uitgifte: 01-01-1958, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationale sociale zekerheid / Bijzondere onderwerpen
1.
Elk geschil dat ontstaat tussen twee of meer Verdragsluitende Partijen betreffende de uitlegging of toepassing van dit Verdrag wordt door rechtstreekse onderhandelingen tussen de bevoegde autoriteiten van de betrokken Verdragsluitende Partijen opgelost. Wanneer het een vraag betreft, welke voor de gezamenlijke Verdragsluitende Partijen van belang is, kan het geschil worden voorgelegd aan een vergadering van vertegenwoordigers der bevoegde autoriteiten van alle Verdragsluitende Partijen, bijeengeroepen overeenkomstig artikel 10, lid 2. Een dergelijke vergadering kan het geschil slechts beslechten met algemene stemmen en in overeenstemming met de grondbeginselen en de geest van dit Verdrag.
2.
Indien het geschil niet op deze wijze kan worden beslecht binnen een termijn van zes maanden, te rekenen van het begin der onderhandelingen af, wordt het voorgelegd aan een scheidsrechterlijke commissie, waarvan de samenstelling en werkwijze worden vastgesteld bij een overeenkomst tussen de betrokken Verdragsluitende Partijen.
3.
De beslissingen van de scheidsrechterlijke commissie worden in overeenstemming met de grondbeginselen en de geest van dit Verdrag genomen. Zij zijn bindend.