Einde inhoudsopgave
Europees Verdrag betreffende de sociale zekerheid van arbeiders werkzaam bij het internationaal vervoer
Artikel 12
Geldend
Geldend vanaf 01-10-1958
- Bronpublicatie:
09-07-1956, Trb. 1957, 111 (uitgifte: 08-08-1957, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-10-1958
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-09-1958, Trb. 1958, 121 (uitgifte: 01-01-1958, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationale sociale zekerheid / Bijzondere onderwerpen
1.
De vrijstelling of verlaging van rechten, zegelrechten, griffie- of registratierechten, geregeld bij de wetgeving van een der Verdragsluitende Partijen met betrekking tot de bescheiden of documenten, welke ter uitvoering van de wetgeving van deze Partij dienen te worden overgelegd door of ten aanzien van een arbeider of een lid van zijn gezin, wordt uitgebreid tot de overeenkomstige bescheiden en documenten, welke dienen te worden overgelegd ter uitvoering van de wettelijke regeling van een andere Verdragsluitende Partij of van dit Verdrag.
2.
Alle akten, documenten of bescheiden van welke aard dan ook, welke dienen te worden overgelegd door of ten aanzien van een arbeider of een lid van zijn gezin voor de uitvoering van dit Verdrag zijn vrijgesteld van legalisatie door de diplomatieke en consulaire autoriteiten.