Einde inhoudsopgave
Overeenkomst betreffende het ongeregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen (Interbus-overeenkomst)
Artikel 16 Aanvraag van vergunningen
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2003
- Bronpublicatie:
30-06-2001, PbEG 2002, L 321 (uitgifte: 26-11-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-06-2001, PbEG 2002, L 321 (uitgifte: 26-11-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Personenvervoer algemeen
Vervoersrecht / Wegvervoer
1.
De vergunningaanvragen worden door de vervoerondernemer ingediend bij de bevoegde instantie van de overeenkomstsluitende partij op het grondgebied waarvan het punt van vertrek is gelegen.
De aanvraag moet in overeenstemming zijn met het model van bijlage 4.
2.
De vervoerondernemers vullen de aanvraag in en voegen daar een bewijsstuk bij waaruit blijkt dat de aanvrager een vergunning heeft voor het verrichten van ongeregeld internationaal vervoer met touringcars of bussen, als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder a), tweede streepje.
3.
De bevoegde instanties van de overeenkomstsluitende partij op het grondgebied waarvan de plaats van vertrek is gelegen, onderzoeken de aanvraag van de vergunning voor de betrokken dienst en, in het geval van goedkeuring, zenden die door naar de bevoegde instanties van de overeenkomstsluitende partij(en) waar de bestemming is gelegen en naar de bevoegde instanties van de overeenkomstsluitende partijen over het grondgebied waarvan het transitotraject wordt afgelegd.
4.
In afwijking van artikel 15, lid 1, kunnen overeenkomstsluitende partijen over het grondgebied waarvan het transitotraject wordt afgelegd besluiten dat zij niet langer toestemming behoeven te geven voor de in dit deel bedoelde diensten. In dat geval wordt het bij artikel 23 ingestelde Gemengd Comité van dit besluit op de hoogte gebracht.
5.
De bevoegde instanties van de overeenkomstsluitende partij(en) aan wie toestemming is gevraagd, geven de vergunning af binnen één maand, zonder te discrimineren op grond van nationaliteit of vestigingsplaats van de vervoerder. Indien deze instanties het niet eens zijn over de voorwaarden van de vergunning, stellen zij de bevoegde instanties van de betrokken overeenkomstsluitende partij(en) van de redenen daarvan in kennis.