Einde inhoudsopgave
Richtlijn 86/635/EEG betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van banken en andere financiële instellingen
Artikel 4
Geldend
Geldend vanaf 17-07-2003
- Bronpublicatie:
18-06-2003, PbEU 2003, L 178 (uitgifte: 01-01-2003, regelingnummer: 2003/51/EG)
- Inwerkingtreding
17-07-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-06-2003, PbEU 2003, L 178 (uitgifte: 01-01-2003, regelingnummer: 2003/51/EG)
- Vakgebied(en)
Jaarrekening (V)
Voor de opstelling van de balans schrijven de lidstaten het volgende schema voor. Bij wijze van alternatief kunnen lidstaten kredietinstellingen toestaan of voorschrijven de in artikel 4 bis omschreven presentatie van de balans toe te passen.
Activa
- 1.
Kas, tegoeden bij centrale banken en bij postcheque- en girodiensten.
- 2.
Overheidspapier en ander papier dat bij de centrale bank ter herfinanciering kan worden aangeboden:
- a)
overheidspapier en daarmee gelijkgesteld waardepapier;
- b)
ander papier dat bij de centrale bank ter herfinanciering kan worden aangeboden (tenzij dit papier overeenkomstig de nationale wetgeving onder de actiefposten 3 en 4 wordt opgenomen).
- 3.
Vorderingen op kredietinstellingen:
- a)
onmiddellijk opeisbaar;
- b)
overige vorderingen.
- 4.
Vorderingen op cliënten.
- 5.
Obligaties en andere vastrentende waardepapieren:
- a)
van publiekrechtelijke emittenten;
- b)
van andere emittenten,
met afzonderlijke vermelding van: eigen obligaties (tenzij eigen obligaties overeenkomstig het nationale recht in mindering worden gebracht op de passiva).
- 6.
Aandelen en andere niet-vastrentende waardepapieren.
- 7.
Deelnemingen, met afzonderlijke vermelding van:
deelnemingen in kredietinstellingen (tenzij deze overeenkomstig de nationale wetgeving in de toelichting moeten worden vermeld).
- 8.
Aandelen in verbonden ondernemingen, met afzonderlijke vermelding van:
aandelen in kredietinstellingen (tenzij deze overeenkomstig de nationale wetgeving in de toelichting moeten worden vermeld).
- 9.
Immateriële activa, bedoeld in artikel 9 van Richtlijn 78/660/EEG, onder B en C I, met afzonderlijke vermelding van:
- —
kosten van oprichting en uitbreiding, als omschreven in de nationale wetgeving, voor zover deze toestaat dat zij onder de activa worden opgenomen (tenzij deze overeenkomstig de nationale wetgeving in de toelichting moeten worden vermeld),
- —
goodwill, voor zover deze onder bezwarende titel is verkregen (tenzij deze overeenkomstig de nationale wetgeving in de toelichting moet worden vermeld).
- 10.
Materiële activa, bedoeld in artikel 9 van Richtlijn 78/660/EEG, onder C II, met afzonderlijke vermelding van:
terreinen en gebouwen die door de kredietinstelling voor haar eigen activiteit worden gebruikt (tenzij deze overeenkomstig de nationale wetgeving in de toelichting moeten worden vermeld).
- 11.
Geplaatst, niet gestort kapitaal, met afzonderlijke vermelding van:
opgevraagd (tenzij het opgevraagde kapitaal overeenkomstig de nationale wetgeving aan de passiefzijde wordt opgenomen. In dat geval wordt het opgevraagde, maar nog niet gestorte gedeelte van het kapitaal hetzij onder deze actiefpost, hetzij onder actiefpost 14 opgenomen).
- 12.
Eigen aandelen (met vermelding van hun nominale waarde of, bij gebreke hiervan, hun fractiewaarde voor zover de nationale wetgeving toestaat dat zij op de balans worden opgenomen).
- 13.
Overige activa.
- 14.
Geplaatst, opgevraagd, doch niet gestort kapitaal (tenzij het opgevraagde kapitaal overeenkomstig de nationale wetgeving onder actiefpost 11 moet worden opgenomen).
- 15.
Overlopende posten.
- 16.
Verlies over het boekjaar (tenzij het verlies over het boekjaar overeenkomstig de nationale wetgeving onder passiefpost 14 moet worden opgenomen).
Totaal activa.
Passiva
- 1.
Schulden aan kredietinstellingen:
- a)
onmiddellijk opeisbaar;
- b)
op termijn of met opzegging.
- 2.
Schulden aan cliënten:
- a)
spaargelden/spaardeposito's, met afzonderlijke vermelding van:
onmiddellijk opeisbaar en op termijn of met opzegging voor zover de nationale wetgeving in een dergelijke uitsplitsing voorziet (tenzij zulks volgens de nationale wetgeving in de toelichting moet worden vermeld);
- b)
andere schulden:
- ba)
onmiddellijk opeisbaar;
- bb)
op termijn of met opzegging.
- 3.
In schuldbewijzen belichaamde schulden:
- a)
obligaties en andere vastrente schuldbewijzen in omloop;
- b)
overige schuldbewijzen.
- 4.
Overige schulden.
- 5.
Overlopende posten.
- 6.
Voorzieningen:
- a)
pensioen- en soortgelijke verplichtingen;
- b)
voorzieningen voor belastingen;
- c)
overige voorzieningen.
- 7.
Winst over het boekjaar (tenzij deze winst overeenkomstig de nationale wetgeving onder passiefpost 14 moet worden opgenomen).
- 8.
Achtergestelde schulden.
- 9.
Geplaatst kapitaal (tenzij overeenkomstig de nationale wetgeving het opgevraagde kapitaal onder deze post moet worden opgenomen. In dat geval moeten de bedragen van het geplaatste kapitaal en van het gestorte kapitaal afzonderlijk worden vermeld).
- 10.
Agio.
- 11.
Reserves.
- 12.
Herwaarderingsreserve.
- 13.
Overgedragen resultaten.
- 14.
Resultaat over het boekjaar (tenzij deze post overeenkomstig de nationale wetgeving onder actiefpost 16 of onder passiefpost 7 moet worden opgenomen).
Totaal passiva.
Posten buiten de balanstelling
- 1.
Voorwaardelijke/Eventuele schulden, met afzonderlijke vermelding van:
- —
accepten en verplichtingen uit endossering van geherdisconteerde wissels;
- —
borgstellingen en tot zekerheid strekkende activa.
- 2.
Verplichtingen, met afzonderlijke vermelding van: verplichtingen uit cessie en retrocessie.