Einde inhoudsopgave
Richtlijn 86/635/EEG betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van banken en andere financiële instellingen
Artikel 10
Geldend
Geldend vanaf 23-12-1986
- Bronpublicatie:
08-12-1986, PbEG 1986, L 372 (uitgifte: 31-12-1986, regelingnummer: 86/635/EEG)
- Inwerkingtreding
23-12-1986
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-12-1986, PbEG 1986, L 372 (uitgifte: 31-12-1986, regelingnummer: 86/635/EEG)
- Vakgebied(en)
Jaarrekening (V)
1.
Middelen welke door een kredietinstelling op eigen naam, doch voor rekening van een ander worden beheerd, moeten in de balans worden opgenomen, indien de kredietinstelling rechthebbende van de desbetreffende activa is. Het totale bedrag van bedoelde activa en schulden moet afzonderlijk worden vermeld dan wel in de toelichting worden opgenomen, uitgesplitst volgens de verschillende actief- of passiefposten. De Lid-Staten kunnen evenwel toestaan dat deze middelen buiten de balanstelling worden opgenomen, op voorwaarde dat er een bijzondere regeling bestaat om deze middelen van de boedel uit de sluiten en in geval van gerechtelijke vereffening van de kredietinstelling (of soortgelijke procedures).
2.
Op naam en voor rekening van derden verworven activa worden niet in de balans opgenomen.