Rb. Amsterdam, 04-07-2012, nr. 419369 / HA ZA 09-449 (incident 4 juli 2012)
ECLI:NL:RBAMS:2012:BX2978
- Instantie
Rechtbank Amsterdam
- Datum
04-07-2012
- Zaaknummer
419369 / HA ZA 09-449 (incident 4 juli 2012)
- LJN
BX2978
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBAMS:2012:BX2978, Uitspraak, Rechtbank Amsterdam, 04‑07‑2012; (Eerste aanleg - meervoudig)
- Vindplaatsen
OR-Updates.nl 2012-0166
Uitspraak 04‑07‑2012
Inhoudsindicatie
Schuldeiser legt in Nederland beslag ten laste van Yukos Oil. Vervolgens wordt Yukos Oil in Rusland in staat van faillissement verklaard. Na afwikkeling daarvan heeft Yukos Oil naar Russisch recht opgehouden te bestaan. Schuldeiser stelt in Nederland vordering in tegen Yukos Oil. Territorialiteitsbeginsel. Gevolgen van ophouden te bestaan.
Partij(en)
vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 419369 / HA ZA 09-449
Vonnis in incident van 4 juli 2012
in de zaak van
de rechtspersoon naar buitenlands recht
YUKOS CAPITAL S.A.R.L.,
gevestigd te Luxemburg (Luxemburg),
eiseres in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
advocaat eerst mr. B.F.H. Rumora-Scheltema, vervolgens mr. R. Schellaars, thans mr. E.R. Meerdink te Amsterdam,
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
YUKOS OIL CORPORATION,
(voorheen) gevestigd te Moskou (Russische Federatie),
gedaagde in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
niet verschenen,
en
de rechtspersoon naar buitenlands recht
OOO PROMNEFTSTROY,
gevestigd te Moskou (Russische Federatie),
interveniënte in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
advocaat eerst mr. D.J. Oranje, thans mr. J.F. Ouwehand te Amsterdam.
Partijen zullen hierna Yukos Capital, Yukos Oil en Promneftstroy genoemd worden.
1. De procedure
1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- -
het vonnis in incident van 9 november 2011;
- -
de incidentele conclusie met primair exceptie van onbevoegdheid ex artikel 10 jo. 767 Rv en subsidiair vordering tot niet-ontvankelijk-verklaring van Yukos Capital, beide met nevenvorderingen, tevens voorwaardelijke/voorlopige conclusie van eis in de tussenkomst, met producties, van Promneftstroy;
- -
de conclusie van antwoord in het incident, met producties, van Yukos Capital;
- -
het op 22 mei 2012 gehouden pleidooi en het daarvan opgemaakte proces-verbaal.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.
2. Inleiding
Uit de tot dusverre in het geding gebrachte producties en de tot dusverre naar voren gebrachte stellingen en verweren blijkt het volgende.
- a.
Bij vonnis van 1 augustus 2006 heeft de rechtbank te Moskou (Russische Federatie) Yukos Oil in staat van faillissement verklaard, met aanstelling van E.K. Rebgun (hierna: Rebgun) tot curator.
- b.
Bij verzoekschrift van 9 augustus 2007 heeft Yukos Capital de voorzieningenrechter van deze rechtbank verzocht haar verlof te verlenen om ten laste van Yukos Oil conservatoir beslag te leggen op de door Yukos Oil gehouden aandelen in het kapitaal van Yukos Finance B.V. (hierna: Yukos Finance), gevestigd te Amsterdam. In het verzoekschrift is vermeld dat Yukos Oil kantoorhoudt aan de Ulitsa Lenina 26, 626430 Tyumenskaya Oblast (Russische Federatie).
- c.
De voorzieningenrechter van deze rechtbank heeft het verzochte verlof op 9 augustus 2007 verleend. Daarbij is het in artikel 700 lid 2, derde volzin, Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) bedoelde bedrag vastgesteld op USD 837.200.000,00 plus RUR 197.600.000.000,00. De termijn voor het instellen van de eis in de hoofdzaak is bepaald op twintig weken na het leggen van het beslag.
- d.
Op 10 augustus 2007 heeft Yukos Capital het bedoelde beslag ten laste van Yukos Oil gelegd.
- e.
Een op 17 augustus 2007 betekend exploot luidt, voor zover hier van belang:
Heden (…), ten verzoeke van (…) Yukos Capital (…);
Heb ik (…);
AAN:
(…) Yukos Oil, kantoorhoudende aan (…) Dubininskaya str. 31 A, Moskou 115054, Russische Federatie, derhalve zonder bekende vestigingsplaats in Nederland, mitsdien mijn exploot doende ten Parkette van de E.A. Officier van Justitie bij de Rechtbank te ’s-Gravenhage, aldaar sprekende met en twee afschriften dezes, alsmede van na te melden stukken en de vertalingen daarvan in het Russisch, latende aan (…)
Onder vermelding dat verzocht wordt het exploot te betekenen overeenkomstig de artikelen 3-6 van het verdrag inzake de betekening in het buitenland van gerechtelijke stukken in burgerlijke en handelszaken van 15 november 1965, door eenvoudige afgifte of – zo dit niet mogelijk is – door betekening met inachtneming van de wetgeving van de Russische Federatie, in beide gevallen onder afgifte van een bewijs van ontvangst, terwijl een derde afschrift van dit exploot, alsmede van na te melden stukken en de vertalingen daarvan in het Russisch terstond door mij, deurwaarder, per aangetekende brief met bewijs van ontvangst zal worden verzonden aan de gerekwireerde op hierboven vermeld adres;
BETEKEND:
- 1.
een verzoekschrift, waarmee mijn rekwirante zich heeft gewend tot de E.A. Voorzieningenrechter van de Rechtbank te Amsterdam, houdende verzoek tot het leggen van conservatoir beslag met de daarop door de E.A. Voorzieningenrechter voornoemd d.d. 9 augustus 2007 gestelde beschikking en
2.
een uit krachte van voormelde beschikking door t.k.-gerechtsdeurwaarder (…) d.d. 10 augustus 2007 opgemaakt proces-verbaal, houdende een beslag gelegd ten verzoeke, terzake en ten laste van als daarin breder staat omschreven, aan de verdere inhoud van voormeld proces-verbaal ten deze wordt gerefereerd en waarnaar uitdrukkelijk wordt verwezen;
Geschiedende deze betekening ter voldoening aan de voorschriften der Wet en zulks opdat de gerekwireerde van één en ander op legale wijze kennis dragen zal.
- f.
Op 20 augustus 2007 heeft Rebgun de door Yukos Oil gehouden aandelen Yukos Finance verkocht aan Promneftstroy.
- g.
Op 10 september 2007 is een tot levering van de verkochte aandelen Yukos Finance strekkende notariële akte verleden.
- h.
Bij vonnis van 15 november 2007 heeft de rechtbank te Moskou (Russische Federatie) beslist dat het faillissement van Yukos Oil is geëindigd. Het dictum van dat vonnis luidt in de Engelse vertaling:
To complete the receivership against OAO “YUKOS Oil Company”.
To deem the creditors’ claims unsatisfied due to insufficiency of the Debtor’s property as having been settled. The claims, which have not been recognized by the Receiver (…) or have been dismissed by the arbitrazh court, shall also be deemed to have been settled.
To obligate the Receiver to submit this Arbitrazh Court Ruling to the body responsible for the state registration of legal entities in order to enter the information about the liquidation of the Debtor in the Unified State Register of Legal Entities, and to provide the Moscow Arbitrazh Court with evidence of the compliance with this requirement.
This Ruling may be appealed prior to the date of making an entry on the liquidation of the Debtor in the Unified State Register of Legal Entities.
- i.
Dat vonnis is op 21 november 2007 ingeschreven in het daartoe bestemde Russische register.
- j.
Op 19 december 2007 heeft de voorzieningenrechter van deze rechtbank op verzoek van Yukos Capital bepaald dat de eis in de hoofdzaak uiterlijk 30 juni 2008 dient te worden ingesteld. Daarbij is bepaald dat deze verlenging om haar werking te behouden binnen acht dagen na het verstrijken van de lopende termijn bij exploot van een (toegevoegd kandidaat) gerechtsdeurwaarder of aangetekende brief aan (naast Yukos Finance) Yukos Oil moet zijn meegedeeld.
- k.
Een op 19 december 2007 betekend exploot luidt, voor zover hier van belang:
Heden, (…),
heb ik, (…),
op verzoek van (…) Yukos Capital (…);
AAN:
(…) Yukos Oil (…), zonder bekende woon- of verblijfplaats in en buiten Nederland, mitsdien op de voet van het bepaalde in artikel 54 lid 4 Rv. mijn exploot doende aan het Parket van de Ambtenaar van het Openbaar Ministerie bij de rechtbank in het arrondissement ’s-Gravenhage en aldus aldaar aan de Prins Clauslaan 60 afschrift dezes alsmede van de grosse van na te melden verlengingsbeschikking latende aan: (…), aldaar werkzaam,
terwijl voorts een uittreksel van dit exploot zo spoedig mogelijk bekend zal worden gemaakt in het landelijk verschijnend dagblad Trouw
BETEKEND:
De grosse van een verzoekschrift waarmee Yukos Capital zich heeft gewend tot de E.A. Voorzieningenrechter van de Rechtbank in het arrondissement Amsterdam met de daarop gestelde beschikking van 19 december 2007, waaruit blijkt dat Yukos Capital de eis in de hoofdzaak thans uiterlijk (…) 30 juni 2008 tegen Yukos Oil (…) dient in te stellen;
GESCHIEDENDE DEZE BETEKENING:
ten vervolge op het op 10 augustus 2007 op verzoek van Yukos Capital ten laste van Yukos Oil (…) voornoemd gelegde conservatoire beslag op de aandelen, die Yukos Oil (…) houdt in de te Amsterdam gevestigde besloten vennootschap Yukos Finance B.V. en ter voldoening aan hetgeen de Voorzieningenrechter in de hierbij betekende verlengingsbeschikking heeft bepaald.
- l.
Een advertentie in Trouw van 22 december 2007 luidt, voor zover hier van belang:
Bij exploit van deurwaarder (…) d.d. 19 december 2007 is ten verzoeke van Yukos Capital (…), gevestigd te Luxemburg, aan (…) Yukos Oil (…), zonder bekende woonplaats, betekend een verzoekschrift met daarop gestelde beschikking van de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam d.d. 19 december 2007, waaruit blijkt dat de eis in hoofdzaak uiterlijk 30 juni 2008 dient te zijn ingesteld. Afschrift van dit exploit is op onderstaand kantoor te verkrijgen.
- m.
De op 30 juni 2008 in de hoofdzaak uitgebrachte dagvaarding luidt, voor zover hier van belang:
Vandaag (…)
Heb ik (…);
Op verzoek van (…) Yukos Capital (…)
GEDAGVAARD:
(…) Yukos Oil, laatstelijk gevestigd, althans kantoorhoudende aan de Dubininskaya Ulitsa 31A te 115054 Moskou, Russische Federatie, doch thans – zoals nader zal worden toegelicht onder nummer 3 – zonder bekende woonplaats of bekend werkelijk verblijf, bekende plaats van vestiging of kantooradres in en buiten Nederland, mitsdien op de voet van het bepaalde in artikel 54 Rv. mijn exploot doende aan het Parket van de Ambtenaar van het Openbaar Ministerie bij de Rechtbank Amsterdam en aldus aldaar aan de Parnassusweg 220-220 afschrift dezes latende aan:
(…), aldaar werkzaam,
terwijl voorts een uittreksel van dit exploot zo spoedig mogelijk bekend zal worden gemaakt in het dagblad Trouw (…).
3. Bij vonnis van de rechtbank te Moskou van 12 november 2007 is het faillissement geëindigd; bij die beslissing heeft de Russische rechter tevens de liquidatie van Yukos Oil (…) bevolen. Ondanks het feit dat, onder meer door Yukos Capital, hoger beroep is ingesteld tegen het vonnis van de Moskouse rechtbank van 12 november 2007, heeft de curator op 22 november 2007 Yukos Oil (…) uit het Russische register van ondernemingen doen schrijven. Als gevolg van die uitschrijving heeft Yukos Oil (…) naar Russisch recht per 22 november 2007 opgehouden te bestaan. Aldus heeft Yukos Oil thans geen bekende woon- of verblijfplaats binnen of buiten Nederland meer. Yukos Oil (…) heeft echter nog wel activa waarop crediteuren zich kunnen verhalen (…).
- n.
Een advertentie in Trouw van 5 juli 2008 luidt, voor zover hier van belang:
Bij exploot van mij, (t.k.-) gerechtsdeurwaarder d.d. 30-6-2008 werd t.v.v. Yukos Capital (…) te Luxemburg, betekend aan (…) Yukos Oil (…), zonder bekende plaats van vestiging of kantoor in Nederland en elders, een dagvaarding om (…) te verschijnen op 11-2-2009 ter terechtzitting van de Rechtbank Amsterdam (…), teneinde te horen vorderen de veroordeling tot betaling van de in de dagvaarding vermelde bedragen met nevenvorderingen. Een afschrift van het exploot kan bij onderstaand kantoor worden verkregen.
3.
De vordering en het verweer in het incident
3.1.
Promneftstroy vordert dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,
primair
- (i)
voor recht verklaart dat de door Yukos Capital ten laste van Yukos Oil gelegde conservatoire beslagen van rechtswege zijn vervallen, althans
- (ii)
de door Yukos Capital ten laste van Yukos Oil gelegde conservatoire beslagen met onmiddellijke ingang per datum vonnis opheft, en
- (iii)
zich mitsdien onbevoegd verklaart tot kennisneming van de door Yukos Capital ingestelde vorderingen jegens Yukos Oil,
subsidiair, indien en voor zover de niet-ontvankelijkheid in het incident wordt afgedaan,
- (iv)
Yukos Capital niet-ontvankelijk verklaart in haar vorderingen jegens Yukos Oil, en
- (v)
voor recht verklaart dat de door Yukos Capital ten laste van Yukos Oil gelegde conservatoire beslagen van rechtswege zijn vervallen, althans
- (vi)
de door Yukos Capital ten laste van Yukos Oil gelegde conservatoire beslagen met onmiddellijke ingang per datum vonnis opheft;
althans, indien de niet-ontvankelijkheid in het incident wordt afgewezen,
- (vii)
Promneftstroy een nadere termijn gunt van twaalf weken voor het nemen van een conclusie van eis met daarin een nadere toelichting als aanvulling op haar voorwaardelijke/voorlopige conclusie van eis ter zake van haar stellingen dat de vorderingen van Yukos Capital afgewezen dienen te worden.
met veroordeling van Yukos Capital in de kosten van het geding.
3.2.
Promneftstroy legt hieraan, kort samengevat, het volgende ten grondslag.
Met de hiervoor onder 2.k vermelde inschrijving van het hiervoor onder 2.j vermelde vonnis heeft Yukos Oil naar Russisch recht op 21 november 2007 definitief opgehouden te bestaan. De dagvaarding van 30 juni 2008 (zie hiervoor onder 2.m) is dan ook uitgebracht aan een niet (meer) bestaande rechtspersoon. Die dagvaarding is nietig, althans niet rechtsgeldig op de voet van artikel 125 lid 2 Rv ter griffie van deze rechtbank ingediend. Nu de eis in de hoofdzaak niet tijdig is ingesteld, zijn de gelegde beslagen vervallen (artikel 700 lid 3, laatste volzin, Rv). De Nederlandse rechter kan aan die beslagen geen rechtsmacht meer ontlenen (artikel 767 Rv). Rechtsmacht van de Nederlandse rechter ontbreekt ook omdat de hoofdzaak niet tot een executoriale titel kan leiden (opnieuw artikel 767 Rv). In elk geval dient Yukos Capital, nu Yukos Oil niet kan verschijnen en zich dus ook niet kan verweren, in haar vorderingen niet-ontvankelijk te worden verklaard.
3.3.
Yukos Capital voert verweer.
3.4.
Op de (nadere) stellingen en verweren zal hierna, in het kader van de beoordeling, (nader) worden ingegaan.
4. De beoordeling in het incident
4.1.
De rechtbank neemt tot uitgangspunt dat Yukos Oil naar Russisch recht op 21 november 2007 definitief heeft opgehouden te bestaan.
4.2.
De centrale vraag in dit incident is of die omstandigheid in de weg staat aan behandeling door deze rechtbank van de vorderingen die Yukos Capital in de hoofdzaak jegens Yukos Oil heeft ingesteld. De rechtbank beantwoordt die vraag ontkennend. Hiertoe wordt het volgende overwogen.
4.3.
In zijn arrest van 19 december 2008, LJN: BG3573 (Yukos Finance c.s./Rebgun) overwoog de Hoge Raad:
“Voor zover niet bij een Nederland bindende internationale regeling anders is bepaald, heeft een in een ander land uitgesproken faillissement territoriale werking, niet alleen in die zin dat het daarop het vermogen van de gefailleerde rustende faillissementsbeslag niet mede omvat zijn in Nederland aanwezige baten (…), maar ook in dier voege dat de rechtsgevolgen die door het faillissementsrecht van dat andere land aan een faillissement worden verbonden in Nederland niet kunnen worden ingeroepen voor zover zij ertoe zouden leiden dat onvoldane crediteuren zich niet meer kunnen verhalen op – tijdens of na afloop van het faillissement – in Nederland aanwezige vermogensbestanddelen van de (voormalige) gefailleerde (…)”.
De Hoge Raad definieerde daarmee (nog eens) het zogeheten territorialiteitsbeginsel. Dat beginsel geldt, naar de Hoge Raad duidelijk maakt, ook voor “de met faillissement te vergelijken insolventieprocedure” die in de Russische Federatie op Yukos Oil van toepassing is verklaard, met aanstelling van Rebgun als curator (rechtsoverweging 3.1 onder (ii)).
4.4.
Gesteld noch gebleken is dat Yukos Capital ter zake van de onderhavige vorderingen geheel of gedeeltelijk door Rebgun is voldaan. Indien en voor zover Yukos Capital nog een vordering op Yukos Oil zal blijken te hebben, kan en mag zij zich dan ook verhalen op de nog in Nederland aanwezige vermogensbestanddelen van Yukos Oil. De omstandigheid dat het faillissement van Yukos Oil naar Russisch recht inmiddels is afgelopen, doet hieraan niet af. Een en ander vloeit rechtstreeks voort uit het territorialiteitsbeginsel.
4.5.
Yukos Capital heeft (een deel van) de in Nederland aanwezige vermogensbestanddelen van Yukos Oil in conservatoir beslag genomen. Yukos Capital kan en mag zich op die vermogensbestanddelen pas verhalen nadat zij een executoriale titel heeft verkregen (artikel 704 lid 1 Rv). Daartoe strekken de in de hoofdzaak ingestelde vorderingen.
4.6.
Promnefstroy heeft er terecht op gewezen dat onverkorte toepassing van het territorialiteitsbeginsel in dit geval leidt tot het – in het licht van het beginsel van hoor en wederhoor – onwenselijke gevolg dat Yukos Oil zich tegen de vorderingen van Yukos Capital niet (meer) kan verweren. Onder de gegeven – bijzondere – omstandigheden ziet de rechtbank echter geen andere mogelijkheid dan daaraan voorbij te gaan. Die bijzondere omstandigheden laten zich als volgt samenvatten.
- a.
Gesteld noch gebleken is dat de hiervoor onder 2.e en 2.k vermelde exploten niet voldoen aan de voorschriften van het Haags Betekeningsverdrag 1965, de bij dat verdrag behorende (Nederlandse) uitvoeringswet respectievelijk het (Nederlandse) Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
- b.
Gesteld noch gebleken is dat Yukos Oil ten tijde van het uitbrengen van het hiervoor onder 2.e vermelde exploot niet op het in dat exploot vermelde adres gevestigd was.
- c.
Gesteld noch gebleken is dat Rebgun en andere vertegenwoordigers, naar Russisch recht, van Yukos Oil geen kennis hebben kunnen nemen van de inhoud van dat exploot.
- d.
De Hoge Raad maakt in zijn jurisprudentie over het territorialiteitsbeginsel – ook waar die jurisprudentie betrekking heeft op de periode na afloop van het faillissement – geen enkel voorbehoud ten aanzien van het (voort)bestaan, naar het toepasselijke recht, van de (voormalige) gefailleerde.
- e.
De omstandigheid dat Yukos Oil naar Russisch recht heeft opgehouden te bestaan, is het onvermijdelijke gevolg van het hiervoor onder 2.h vermelde Russische vonnis van 15 november 2007 (waarin Rebgun wordt opgedragen dat vonnis te doen inschrijven). Dat vonnis is uitsluitend gebaseerd op de toenmalige stand van zaken in het faillissement van Yukos Oil. Over die stand van zaken heeft met name Rebgun in zijn hoedanigheid van curator verslag gedaan. De hiervoor onder 2.i vermelde inschrijving is in dit verband niets anders dan de min of meer automatische administratieve afronding van de Russische faillissementsprocedure. Van een tot ontbinding strekkende vennootschappelijksrechtelijke rechtshandeling aan de zijde van Yukos Oil (een besluit van haar statutaire bestuur of haar aandeelhouders bijvoorbeeld) is geen sprake. Het naar Russisch recht ophouden te bestaan van Yukos Oil is daarmee een rechtsgevolg van het Russische faillissementsrecht. Dit betekent dat het ophouden te bestaan van Yukos Oil in Nederland niet kan worden ingeroepen voor zover het ertoe zou leiden dat onvoldane crediteuren – zoals, naar in dit stadium niet kan worden uitgesloten, Yukos Capital – zich niet meer kunnen verhalen op in Nederland aanwezige vermogensbestanddelen van Yukos Oil. Dat zou het geval zijn indien Yukos Capital op die grond de weg naar een executoriale titel zou worden versperd.
- f.
Gesteld noch gebleken is dat Yukos Capital het ophouden te bestaan van Yukos Oil naar Russisch recht kan aanvechten of ter zake daarvan naar Russisch recht iemand kan aanspreken.
- g.
Gesteld noch gebleken is dat Yukos Capital naar Russisch recht, in plaats van Yukos Oil, bewaarders van boeken, bescheiden en andere gegevensdragers (vergelijk artikel 2:24 (Nederlands) Burgerlijk Wetboek (BW)) of andere beheerders van de ‘nalatenschap’ van Yukos Oil kan aanspreken.
- h.
Gesteld noch gebleken is dat de inleidende dagvaarding (zie hiervoor onder 2.m) niet voldoet aan de voorschriften van het (Nederlandse) Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Gesteld noch gebleken is dat Yukos Oil nog een bekende woon- of verblijfplaats heeft.
- i.
Bij de gedachte dat de nog in Nederland aanwezige vermogensbestanddelen van Yukos Oil aldus een gemakkelijke prooi zijn voor (louter) pretense schuldeisers van Yukos Oil passen de volgende kanttekeningen. Allereerst stelt de schuldeiser die geen materiële vordering op Yukos Oil heeft maar zich toch op die vermogensbestanddelen verhaalt zich bloot aan aansprakelijkheid. Daarnaast stelt Promneftstroy zich kennelijk ten doel in elk geval de door Yukos Capital jegens Yukos Oil ingestelde vorderingen met alle haar als interveniënte ten dienste staande middelen te bestrijden. Dat Promneftstroy in deze positie zou komen te verkeren, was zowel voor haar als voor Rebgun ten tijde van de verkoop van de aandelen Yukos Finance redelijkerwijs te voorzien, nu zij destijds wisten dat op die aandelen het hiervoor onder 2.d bedoelde beslag ten laste van Yukos Oil rustte.
- j.
Niet, althans niet voldoende, gesteld of gebleken is dat Yukos Capital met het uitbrengen van de dagvaarding heeft gewacht totdat Yukos Oil had opgehouden te bestaan, zulks met het uitsluitende doel om vervolgens – bij afwezigheid van (de mogelijkheid van) verweer van Yukos Oil – een executoriale titel te verkrijgen die zij anders niet zou hebben verkregen.
4.7.
Het gevorderde dient te worden afgewezen. De overige stellingen en verweren behoeven geen behandeling. Promneftstroy zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van het geding. Deze worden begroot op EUR 904,00 (twee punten, tarief II).
4.8.
De rechtbank zal bepalen dat hoger beroep van dit vonnis reeds thans openstaat. Redengevend is het volgende. Zowel Yukos Capital als Promneftstroy hebben voor het geval zij in het ongelijk worden gesteld verzocht om tussentijds hoger beroep toe te staan. De hiervoor door de rechtbank beantwoorde vraag naar de procedurele gevolgen, naar Nederlands recht, van het ophouden te bestaan, naar Russisch recht, van Yukos Oil voor de onderhavige hoofdzaak is een principiële. Die vraag is in de Nederlandse rechtspraak niet eerder aan de orde geweest. Dat antwoord is intussen bepalend voor het vervolg van de onderhavige (naar het zich laat aanzien complexe en in de verdere behandeling zowel voor partijen als de rechtbank tijdrovende) hoofdzaak.
5. De hoofdzaak
5.1.
Promneftstroy vordert dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,
primair
- (i)
Yukos Capital niet-ontvankelijk verklaart in haar vorderingen jegens Yukos Oil, en
- (ii)
voor recht verklaart dat de door Yukos Capital ten laste van Yukos Oil gelegde conservatoire beslagen van rechtswege zijn vervallen, althans
- (iii)
de door Yukos Capital ten laste van Yukos Oil gelegde conservatoire beslagen met onmiddellijke ingang per datum vonnis opheft;
subsidiair, indien de niet-ontvankelijkheid niet als preliminair verweer wordt afgedaan maar tegelijk met het inhoudelijk betoog ten aanzien van de pretense vorderingen van Yukos Capital wordt behandeld,
- (iv)
Promneftstroy een nadere termijn gunt van twaalf weken voor het nemen van een conclusie van eis in tussenkomst met daarin een nadere toelichting als aanvulling op de voorwaardelijke/voorlopige conclusie van eis in tussenkomst ter zake van haar stellingen dat de vorderingen van Yukos Capital afgewezen dienen te worden;
meer subsidiair:
- (v)
de vorderingen van Yukos Capital op grond van artikel 6:229 BW (artikelen 170 juncto 425 Russisch Burgerlijk Wetboek) vernietigt;
met veroordeling van Yukos Capital in de kosten van het geding.
5.2.
De zaak zal, zoals door Promneftstroy verzocht, worden verwezen naar de rol voor (nadere) conclusie aan de zijde van Promneftstroy als interveniënte.
6. De beslissing
in het incident:
- -
wijst het gevorderde af;
- -
veroordeelt Promneftstroy in de kosten van het geding, tot dit vonnis aan de zijde van Yukos Capital begroot op EUR 904,00;
- -
bepaalt dat hoger beroep van dit vonnis reeds thans openstaat;
in de hoofdzaak:
- -
verwijst de zaak naar de rol van 26 september 2012 voor (nadere) conclusie aan de zijde van Promneftstroy als interveniënte;
- -
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.A.J. Peeters, mr. S.P. Pompe en mr. H.J. Fehmers en in het openbaar uitgesproken op 4 juli 2012.