FED 2018/59
Italië handelt niet in strijd met het EU-recht (in het bijzonder met het Unierechtelijke verdedigingsbeginsel) door de adressaat van een rectificatieaanslag niet vooraf te horen, nu de nationale regeling voorziet in de mogelijkheid deze handeling in administratief beroep aan te vechten en de nationale regeling – onder verwijzing naar art. 244 CDW – in de mogelijkheid voorziet opschorting van de tenuitvoerlegging van deze handeling tot aan de eventuele herziening ervan te verzoeken en niet bepaalt dat de tenuitvoerlegging van de bestreden handeling automatisch wordt opgeschort wanneer administratief beroep wordt ingesteld
HvJ EU 20-12-2017, ECLI:EU:C:2017:1010, m.nt. A.E. Keulemans
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
20 december 2017
- Magistraten
A. Rosas, C. Toader, A. Prechal
- Zaaknummer
C-276/16
- Noot
A.E. Keulemans
- JCDI
JCDI:ADS274085:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht / Beroepsfase
Fiscaal procesrecht / Procesorde
Europees belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2017:1010, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 20‑12‑2017
- Wetingang
Unierechtelijke verdedigingsbeginsel; art. 244 CDW
Essentie
Italië handelt niet in strijd met het EU-recht (in het bijzonder met het Unierechtelijke verdedigingsbeginsel) door de adressaat van een rectificatieaanslag niet vooraf te horen, nu de nationale regeling voorziet in de mogelijkheid deze handeling in administratief beroep aan te vechten en de nationale regeling – onder verwijzing naar art. 244 CDW – in de mogelijkheid voorziet opschorting van de tenuitvoerlegging van deze handeling tot aan de eventuele herziening ervan te verzoeken en niet bepaalt dat de tenuitvoerlegging van de bestreden handeling automatisch wordt opgeschort wanneer administratief beroep wordt ingesteld
Samenvatting
Belanghebbende voert goederen in met schorsing van de btw. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.