Besluit functionele zelfstandigheid
Artikel 3a
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2024
- Bronpublicatie:
14-06-2024, Stb. 2024, 170 (uitgifte: 19-06-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-06-2024, Stb. 2024, 171 (uitgifte: 19-06-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Algemeen
Gezondheidsrecht / Ordening en verzekering
1.
Bevoegd tot het verrichten van handelingen als bedoeld in artikel 3 is de verpleegkundige die in het bezit is van:
- a.
een getuigschrift waaruit blijkt dat met goed gevolg een door onze Minister aangewezen opleiding tot ambulanceverpleegkundige is afgerond; of
- b.
een getuigschrift voor ambulanceverpleegkundige dat vóór 1 september 2015 is afgegeven door of namens Stichting Opleidingen Scholingen Ambulancehulpverlening.
2.
Een opleiding als bedoeld in het eerste lid onder a, kan door onze Minister worden aangewezen, indien:
- 1°
de organisatie die de opleiding verzorgt de volgende voorwaarden hanteert om de ambulanceverpleegkundige in opleiding toe te laten:
- a.
de ambulanceverpleegkundige in opleiding heeft een aanstelling als zodanig voor ten minste 24 uur per week;
- b.
er is een werkbegeleider op de werkplek beschikbaar in het bezit van een getuigschrift als bedoeld in het eerste lid, onder a of b, die de praktijkopdrachten van de ambulanceverpleegkundige in opleiding begeleidt; en
- c.
tussen de ambulanceverpleegkundige in opleiding en de werkgever zijn afspraken gemaakt en vastgelegd over de praktijkbegeleiding;
- 2°
de opleiding is erkend door Stichting College Zorg Opleidingen;
- 3°
de opleiding zowel theoretisch als praktisch onderwijs omvat en erop gericht is dat betrokkene de competenties, bedoeld in artikel 3aa, verwerft behorend tot het gebied van deskundigheid als bedoeld in artikel 3.