Einde inhoudsopgave
Wetboek van Strafvordering
Artikel 5.8.4 [Tenuitvoerlegging door OvJ]
Geldend
Geldend vanaf 17-06-2017
- Redactionele toelichting
Voorheen art. 5:4:4.
- Bronpublicatie:
31-05-2017, Stb. 2017, 231 (uitgifte: 09-06-2017, kamerstukken: 34611)
- Inwerkingtreding
17-06-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-06-2017, Stb. 2017, 262 (uitgifte: 16-06-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Europees strafrecht en strafprocesrecht
Strafprocesrecht (V)
1.
De officier van justitie is belast met de tenuitvoerlegging van een Europees beschermingsbevel en beveelt daartoe strekkende maatregelen.
2.
De officier van justitie erkent een Europees beschermingsbevel binnen achtentwintig dagen na ontvangst hiervan, tenzij het vierde of vijfde lid van toepassing is.
3.
Indien de officier van justitie de in het tweede lid genoemde termijn niet kan naleven stelt hij de bevoegde autoriteit van de uitvaardigende lidstaat onverwijld in kennis, onder vermelding van de redenen voor de vertraging en van de tijd die hij nog voor het nemen van een definitief besluit nodig zal hebben.
4.
Indien de officier van justitie de bij het Europees beschermingsbevel verstrekte gegevens onvolledig acht, stelt hij de bevoegde autoriteit van de uitvaardigende lidstaat hiervan onverwijld in kennis. Hij stelt hierbij een redelijke termijn van ten hoogste achtentwintig dagen waarbinnen de ontbrekende gegevens door die autoriteiten moeten worden verstrekt. De officier van justitie doet deze kennisgeving in een vorm die voorziet in schriftelijke vastlegging hiervan.
5.
Indien het Europees beschermingsbevel niet is gesteld in de Nederlandse taal of, indien Nederland zulks heeft medegedeeld in een bij de Europese Commissie neergelegde verklaring, in een van de in die verklaring genoemde talen, kan de officier van justitie de bevoegde autoriteit in de uitvaardigende lidstaat verzoeken het Europees beschermingsbevel alsnog te vertalen. Hij stelt hierbij een redelijke termijn van ten hoogste achtentwintig dagen waarbinnen de vertaling moet worden verstrekt. De officier van justitie doet deze kennisgeving in een vorm die voorziet in schriftelijke vastlegging hiervan.
6.
Indien het Europees beschermingsbevel niet aan de officier van justitie is gezonden, wordt dit door de geadresseerde autoriteit onverwijld doorgezonden aan de officier van justitie. De geadresseerde stelt de bevoegde autoriteit van de uitvaardigende lidstaat hiervan onverwijld in kennis in een vorm die voorziet in schriftelijke vastlegging.
7.
Indien de bevoegde autoriteit van de uitvaardigende lidstaat niet bekend is, wint de officier van justitie de nodige inlichtingen in langs alle beschikbare kanalen, waaronder de contactpunten van het Europees Justitieel Netwerk, het nationaal lid van Eurojust of het nationaal systeem van Nederland voor de coördinatie van Eurojust.