RCR 2017/39
Wilsvertrouwensleer. Hoe dient een brief waarin een beroep wordt gedaan op een ontbindende voorwaarde (financieringsvoorbehoud) te worden uitgelegd?
HR 24-02-2017, ECLI:NL:HR:2017:315
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 februari 2017
- Magistraten
Mrs. A.H.T. Heisterkamp, G. de Groot, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
16/00901
- Conclusie
A-G mr. W.L. Valk
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS26701:1
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:315, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑02‑2017
ECLI:NL:PHR:2016:1334, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 16‑12‑2016
- Wetingang
Essentie
Wilsvertrouwensleer. Contractenrecht. Uitleg.
Hoe dient een brief waarin een beroep wordt gedaan op een ontbindende voorwaarde (financieringsvoorbehoud) te worden uitgelegd?
Samenvatting
Kopers en verkoper hebben een 'koop-/turnkey overeenkomst' gesloten met betrekking tot een gedeelte van een parkeergarage in Gouda. De overeenkomst is aangegaan onder de ontbindende voorwaarde dat kopers schriftelijk aan verkoper informeren dat zij er niet in zijn geslaagd om een passende financiering voor de afname van het parkeergedeelte te verkrijgen, waarna zowel kopers als verkoper zich tot 15 september 2011 op de ontbindende voorwaarde kunnen beroepen. Bij brief van 14 september 2011 hebben kopers verkoper verzocht in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.