RvdW 2012/493
Verdeling ontbonden huwelijksgoederengemeenschap. Verknochte schuld in zin art. 1:94 lid 2 BW?; maatstaf. Art. 1:100 BW; verdeling bij helfte; afwijking o.g.v. redelijkheid en billijkheid?; uitzonderlijk geval?; onbegrijpelijk oordeel.
HR 30-03-2012, ECLI:NL:HR:2012:BV1749
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
30 maart 2012
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, F.B. Bakels, W.D.H. Asser, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders
- Zaaknummer
11/03045
- Conclusie
A-G mr. J.B.M.M. Wuisman
- LJN
BV1749
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht (V)
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2012:BV1749, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 30‑03‑2012
ECLI:NL:PHR:2012:BV1749, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑01‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 25‑07‑2011
- Wetingang
Essentie
Verdeling ontbonden huwelijksgoederengemeenschap. Verknochte schuld in zin art. 1:94 lid 2 BW?; maatstaf. Art. 1:100 BW; verdeling bij helfte; afwijking o.g.v. redelijkheid en billijkheid?; uitzonderlijk geval?; onbegrijpelijk oordeel.
De vraag of een schuld, wegens het hoogstpersoonlijke karakter daarvan, in afwijking van de hoofdregel van art. 1:94 lid 2 BW aan een der echtgenoten is verknocht en dus op de voet van art. 1:94 lid 3 BW niet in de gemeenschap valt, kan niet in haar algemeenheid worden beantwoord. De beantwoording is afhankelijk van de omstandigheden van het geval, waaronder met ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.