RAR 2024/159
Slapend dienstverband. Was werkgever vanaf 20 juli 2018 verplicht het eerdere verzoek van werknemer om het dienstverband te beëindigen met toekenning van een transitievergoeding alsnog verder in behandeling te nemen?
HR 27-09-2024, ECLI:NL:HR:2024:1309
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
27 september 2024
- Magistraten
Mrs. G. de Groot, T.H. Tanja-van den Broek, H.M. Wattendorff, S.J. Schaafsma, K. Teuben
- Zaaknummer
23/01624
- Conclusie
A-G mr. G.R.B. van Peursem
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS991390:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2024:1309, Uitspraak, Hoge Raad, 27‑09‑2024
ECLI:NL:PHR:2024:545, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 17‑05‑2024
Beroepschrift, Hoge Raad, 31‑07‑2023
- Wetingang
Art. 7:611, 7:673e, 7:686a lid 2 BW
Essentie
Slapend dienstverband. Transitievergoeding.
Was werkgever vanaf 20 juli 2018 gehouden een in 2017 door werknemer gedaan verzoek tot beëindiging van het slapende dienstverband met toekenning van de transitievergoeding alsnog verder in behandeling te nemen?
Samenvatting
Werknemer is met ingang van 14 december 2014 gedurende twee jaar onafgebroken volledig arbeidsongeschikt. Het UWV heeft haar met ingang van die datum een volledige WGA-uitkering op grond van de Wet WIA toegekend. Vanaf die datum was sprake van een slapend dienstverband. Op 31 januari 2017 verzoekt werknemer de werkgever Metafoor om te komen tot beëindiging van het dienstverband. Zij verwijst daarbij naar ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.