NJF 2019/205
Prejudiciële vraag aan HvJ EU over effectenlease. Beding fixeert vergoeding bij voortijdige beëindiging. Oneerlijk beding?
Hof Amsterdam 05-03-2019, ECLI:NL:GHAMS:2019:657
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
5 maart 2019
- Magistraten
Mrs. J.W. Hoekzema, M.P. van Achterberg, J.W.M. Tromp
- Zaaknummer
200.035.826/01
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHAMS:2021:3236, Uitspraak, Hof Amsterdam, 26‑10‑2021
ECLI:NL:GHAMS:2019:657, Uitspraak, Hof Amsterdam, 05‑03‑2019
ECLI:NL:GHAMS:2018:4063, Uitspraak, Hof Amsterdam, 06‑11‑2018
- Wetingang
Art. 6:233, 6:277, 7A:1576e lid 2 (oud) BW
Essentie
Prejudiciële vraag aan HvJ EU over effectenlease. Beding fixeert vergoeding bij voortijdige beëindiging. Oneerlijk beding?
Samenvatting
Art. 6 Bijzondere voorwaarden effectenlease bepaalt dat de Bank (hier: Dexia) een leaseovereenkomst terstond mag beëindigen bij een verzuim, surséance of faillissement van de lessee, en dan het onbetaalde restant van de totaal overeengekomen som(men) mag opeisen en de waarden mag verkopen ter voldoening van die vordering(en). Op grond van art. 15 Bijzondere voorwaarden heeft lessee bij een ontbinding (slechts) recht op de verkoopwaarde op datum ontbinding minus de contante waarde (vastgesteld op een bepaald percentage) van het onbetaalde restant van de totaal ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.