NJB 2020/361
Wraking. Na de mondelinge behandeling in hoger beroep verzoekt de appellant zelf, zonder advocaat, het hof primair de zaak te verwijzen naar een ander hof en doet hij subsidiair een wrakingsverzoek. Het hof wijst het primaire verzoek af en doet de zaak af door de beschikking van de rechtbank te bekrachtigen. Daarna doet de wrakingskamer uitspraak op het wrakingsverzoek door appellant daarin niet-ontvankelijk te verklaren. Hoge Raad: 1. Voorwaardelijk wrakingsverzoek. De afwijzing van het verwijzingsverzoek kan geen grond voor wraking kan zijn. Het wrakingsverzoek kon wel afhankelijk worden gesteld van een afwijzende beslissing op het verwijzingsverzoek, op de grond dat de behandelende raadsheren naar de mening van appellant niet (meer) onpartijdig waren omdat zij al in eerdere procedures van hem waren betrokken. 2. Schorsing van de behandeling. Nadat het hof het verwijzingsverzoek had afgewezen, had het hof het wrakingsverzoek ter behandeling en beslissing aan de wrakingskamer moeten doorsturen. 3. Herstel. De wrakingskamer heeft blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door appellant niet-ontvankelijk te verklaren op de grond dat het wrakingsverzoek niet was ondertekend door een advocaat, zonder hem de gelegenheid te bieden dit verzuim te herstellen
HR 31-01-2020, ECLI:NL:HR:2020:155
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
31 januari 2020
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, C.E. du Perron, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
19/02144
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Juridische beroepen / Advocaat
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:155, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 31‑01‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:1009, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑10‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 29‑04‑2019
- Wetingang
(art. 36, 37 lid 5, art. 281 lid 1, art. 362 Rv; art. 1:377c BW)
Essentie
Wraking. Na de mondelinge behandeling in hoger beroep verzoekt de appellant zelf, zonder advocaat, het hof primair de zaak te verwijzen naar een ander hof en doet hij subsidiair een wrakingsverzoek. Het hof wijst het primaire verzoek af en doet de zaak af door de beschikking van de rechtbank te bekrachtigen. Daarna doet de wrakingskamer uitspraak op het wrakingsverzoek door appellant daarin niet-ontvankelijk te verklaren. Hoge Raad: 1. Voorwaardelijk wrakingsverzoek. De afwijzing van het verwijzingsverzoek kan geen grond voor wraking kan zijn. Het wrakingsverzoek kon wel afhankelijk worden gesteld van een afwijzende beslissing op het verwijzingsverzoek, op de grond ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.