V-N 2016/31.12
Box 3-heffing in 2011 (nog) niet strijdig met art. 1 EP EVRM
HR 10-06-2016, ECLI:NL:HR:2016:1129, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 juni 2016
- Magistraten
Koopman, Schaap, Fierstra, Wortel, Van Hilten
- Zaaknummer
14/05020
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS923812:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Vermogensrendementsheffing (box 3)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:1129, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑06‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑02‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:41, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 04‑02‑2016
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat van het forfaitaire stelsel van box 3 niet kan worden gezegd dat het elke redelijke grond ontbeert, en dat het stelsel niet in strijd is met art. 1 EP EVRM. De wetgever moet echter wel actie ondernemen als belastingplichtigen, gezien het toepasselijke tarief, worden geconfronteerd met een buitensporig zware last.
Samenvatting
X woont met zijn gezin in Noorwegen en beschikt over een woning in Nederland die hij gebruikt als hij met zijn gezin in Nederland verblijft. In geschil is of de wetgeving op grond waarvan 4% van de WOZ-waarde van deze ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.