Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2019/1896 betreffende de Europese grens- en kustwacht en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1052/2013 en Verordening (EU) 2016/1624
Artikel 76 Rol van de Commissie met betrekking tot samenwerking met derde landen
Geldend
Geldend vanaf 04-12-2019
- Bronpublicatie:
13-11-2019, PbEU 2019, L 295 (uitgifte: 14-11-2019, regelingnummer: 2019/1896)
- Inwerkingtreding
04-12-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-11-2019, PbEU 2019, L 295 (uitgifte: 14-11-2019, regelingnummer: 2019/1896)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Grensbewaking
EU-recht / Instituties
Douane (V)
1.
De Commissie stelt na overleg met de lidstaten, het Agentschap, het FRA en de Europese toezichthouder voor gegevensbescherming een modelstatusovereenkomst op voor acties op het grondgebied van derde landen.
2.
In samenwerking met de lidstaten en het Agentschap stelt de Commissie modelbepalingen op voor de uitwisseling van informatie in het kader van Eurosur overeenkomstig artikel 70, lid 2, en artikel 72, lid 2.
Na raadpleging van het Agentschap en andere relevante organen of instanties van de Unie, waaronder het FRA en de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming, stelt de Commissie een model op voor de in artikel 73, lid 4, bedoelde werkafspraken. Dit model omvat bepalingen met betrekking tot de grondrechten en waarborgen op het gebied van gegevensbescherming met betrekking tot praktische maatregelen.
3.
Alvorens een nieuwe in artikel 72, lid 1, bedoelde bilaterale of multilaterale overeenkomst wordt gesloten, melden de betrokken lidstaten de ontwerpbepalingen ervan inzake grensbeheer en terugkeer aan bij de Commissie.
De betrokken lidstaten melden de bepalingen inzake grensbeheer en terugkeer van dergelijke bestaande en nieuwe bilaterale en multilaterale overeenkomsten aan bij de Commissie, die de Raad en het Agentschap daarover informeert.
4.
Alvorens werkafspraken tussen het Agentschap en de bevoegde autoriteiten van derde landen worden goedgekeurd door de raad van bestuur, meldt het Agentschap deze aan bij de Commissie, die zijn voorafgaande goedkeuring moet verlenen. Het Agentschap verstrekt het Europees Parlement, voordat een dergelijke werkafspraak wordt gemaakt, gedetailleerde informatie over de partijen bij de werkafspraak en de beoogde inhoud ervan.
5.
Het Agentschap meldt de in artikel 74, lid 3, bedoelde operationele plannen aan bij de Commissie. Elk besluit om verbindingsfunctionarissen in te zetten in derde landen, overeenkomstig artikel 77, vereist voorafgaand advies van de Commissie. Het Europees Parlement wordt van deze activiteiten onverwijld en volledig op de hoogte gehouden.