Einde inhoudsopgave
RvdW 2016/506
Bij inkeer cfm art. 69 lid 3 AWR onder omstandigheden ook vervolging ter zake van witwassen uitgesloten.
HR 05-04-2016, ECLI:NL:HR:2016:555
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
5 april 2016
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, E.S.G.N.A.I. van de Griend, E.F. Faase
- Zaaknummer
15/00702
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Bijzonder strafrecht / Fiscaal strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:555, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 05‑04‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:177, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑01‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑04‑2015
- Wetingang
Art. 69 AWR; art. 420bis Sr
Essentie
De inkeerregeling van art. 69 lid 3 AWR heeft tot gevolg dat in beginsel slechts de schuldige aan die gedraging — in de regel de belastingplichtige — daarvan kan profiteren en niet degene die kennelijk op enigerlei wijze heeft bijgedragen aan de aan de schuldige verweten gedraging. Bijzondere omstandigheden, bijv. als de inkeer is bevorderd door degene die op enigerlei wijze heeft bijgedragen aan de aan de schuldige verweten gedraging, kunnen evenwel tot een ander oordeel leiden. Voorts kunnen onder bijzondere omstandigheden beginselen van een behoorlijke procesorde meebrengen dat, indien vervolging van het fiscale misdrijf is uitgesloten, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.