NJB 2014/323
Verschuldigdheid wettelijke rente aan benadeelde partij: uit de art. 6:83, 6:119 en 6:162 BW vloeit voort dat de verdachte ten gevolge van zijn onrechtmatige gedragingen jegens de benadeelde partij jegens deze schadeplichtig is en dat hij zonder ingebrekestelling tevens de wettelijke rente verschuldigd is vanaf het moment dat de schade is ingetreden (vgl. HR 3 oktober 2006, ECLI:NL:HR:2006:AW3559)
HR 21-01-2014, ECLI:NL:HR:2014:123
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
21 januari 2014
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, W.F. Groos, V. van den Brink
- Zaaknummer
12/01544
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:123, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑01‑2014
ECLI:NL:PHR:2013:2222, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑11‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑02‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑02‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑01‑2013
- Wetingang
Essentie
Verschuldigdheid wettelijke rente aan benadeelde partij: uit de art. 6:83, 6:119 en 6:162 BW vloeit voort dat de verdachte ten gevolge van zijn onrechtmatige gedragingen jegens de benadeelde partij jegens deze schadeplichtig is en dat hij zonder ingebrekestelling tevens de wettelijke rente verschuldigd is vanaf het moment dat de schade is ingetreden (vgl. HR 3 oktober 2006, ECLI:NL:HR:2006:AW3559)
Uitspraak
Inleiding:
Het door de benadeelde partij voorgestelde middel klaagt dat het hof ten onrechte heeft bepaald dat het toegewezen bedrag van de vordering van de benadeelde partij moet worden vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 maart 2012 en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.