Vp-bulletin 2022/17
Zorgverzekeringswet. Lijfrentepremie niet aftrekbaar voor bijdrage Zorgverzekeringswet.
HR 04-02-2022, ECLI:NL:HR:2022:43, m.nt. mw. S.G.M.J. Rebbens MSc. en J.M.P. Tobben MSc. LLM
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
4 februari 2022
- Zaaknummer
21/01274
- Noot
mw. S.G.M.J. Rebbens MSc. en J.M.P. Tobben MSc. LLM
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS639503:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Uitgaven voor inkomensvoorzieningen
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
Loonbelasting / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
Sociale zekerheid algemeen (V)
Europees belastingrecht / Discriminatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:43, Uitspraak, Hoge Raad, 04‑02‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:934, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑10‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑05‑2021
Essentie
Zorgverzekeringswet. Lijfrentepremie niet aftrekbaar voor bijdrage Zorgverzekeringswet.
Uitspraak
(Publicatiedatum op www.rechtspraak.nl: 4 februari 2022)
Inleiding
Het Nederlandse pensioenstelsel kent drie pijlers. Naast de eerste pijler (wettelijk basispensioen, Algemene Ouderdomswet) en de tweede pijler (opbouw van een oudedagsvoorziening door werknemers door middel van een pensioenregeling bij de werkgever en ondernemers door middel van een fiscale oudedagsreserve (hierna: FOR)) bestaat de derde pijler uit een extra opbouw van een vrijwillige oudedagsvoorziening (lijfrente). Op grond van artikel 3.128 Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001) kan een ondernemer in aanmerking komen voor een extra aftrek van lijfrentepremie/-inleg, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.